Google AI-modus in Nederland: wat het betekent voor jouw content

Google AI-modus in Nederland

Google heeft aangekondigd dat AI-modus naar Nederland komt. Vanaf 8 oktober wordt de Google AI-modus uitgerold in 36 nieuwe talen, waaronder Nederlands.

Vloek of zegen? Dat hangt af van hoe je ermee omgaat. Want één ding is zeker: de manier waarop jouw content gevonden wordt, verandert.

Google AI-modus in Nederland: wat het betekent voor jouw content

Google heeft aangekondigd dat AI-modus naar Nederland komt. Vanaf 8 oktober wordt de functie uitgerold in 36 nieuwe talen, waaronder Nederlands.

Vloek of zegen? Dat hangt af van hoe je ermee omgaat. Want één ding is zeker: de manier waarop jouw content gevonden wordt, verandert.

TL;DR: Dit is wat er speelt

Google AI-modus is live in Nederland. Ja, minder clicks. Nee, geen ramp. Betere bezoekers blijven over. Optimaliseer op volledige antwoorden en expertise. Stop met plannen, begin met doen.

Wat is die Google AI-modus eigenlijk?

Simpel gezegd: Google wordt een gesprekspartner in plaats van een lijstje links.

Je stelt een vraag. Google geeft antwoord. Geen tien blauwe links meer waar je doorheen moet scrollen. Gewoon direct het antwoord dat je zoekt, gebaseerd op informatie van verschillende websites.

Je kent AI Overviews waarschijnlijk al. Dat zijn die samenvattingen bovenaan je zoekresultaten. AI-modus gaat verder. Het is een apart tabblad waar je doorlopende gesprekken kunt voeren. Je stelt een vraag, krijgt antwoord, stelt een vervolgvraag, verfijnt verder. Precies zoals je met ChatGPT zou praten, maar dan rechtstreeks in Google.

Gebruikers stellen nu al twee tot drie keer zo lange vragen als bij traditioneel zoeken. Ze gaan dieper. Ze willen meer weten. En Google’s AI helpt ze daarbij.

Wat kun je ermee?

De mogelijkheden gaan behoorlijk ver. Een paar voorbeelden:

Complexe vergelijkingen maken
Google illustreert dit zelf met een voorbeeld: je vraagt “Vergelijk verschillende koffiezetmethodes op smaak, gebruiksgemak en benodigde apparatuur.” De AI maakt een overzichtelijke tabel voor je. Daarna kun je doorvragen: “Wat is de beste maalgraad voor elke methode?” Zo ontstaat een doorlopend gesprek.

Bron video: Google Blog – De AI-modus komt naar Google Zoeken in Nederland

Multimodale zoekopdrachten
Je kunt niet alleen typen. Je kunt spreken, foto’s uploaden, je camera gebruiken. Google begrijpt context uit verschillende bronnen tegelijk.

Reis plannen
Vraag om een reisschema voor een weekend weg. De AI bedenkt een route, houdt rekening met reistijd, suggereert restaurants. Alles in één gesprek.

Producten vergelijken
Upload een foto van je woonkamer, vraag naar meubels die erbij passen. De AI zoekt, vergelijkt en geeft opties.

Minder clicks, maar is dat erg?

Kort antwoord: ja, je krijgt waarschijnlijk minder clicks. Lang antwoord: dat hoeft geen ramp te zijn.

Want waarom zou iemand nog doorklikken naar jouw website als Google het antwoord al geeft?

Onderzoek toont aan dat websites gemiddeld 24 tot 34,5 procent minder clicks zien op pagina’s waar AI Overviews verschijnen. Zero-click searches zijn gestegen naar ongeveer 60 procent in 2025. Mensen vinden hun antwoord op Google zelf en klikken nergens op door.

En AI-modus gaat waarschijnlijk voor nog grotere impact zorgen.

Maar hier komt het: niet alle verkeer is hetzelfde. Bedrijven zoals NerdWallet zagen 20 procent minder traffic, maar genereerden 35 procent meer omzet. Het verkeer dat wél doorklikt, is kwalitatief beter. Gerichter. Klaar om actie te ondernemen.

De vraag is niet “hoe krijg ik evenveel clicks als vroeger?” De vraag is: “hoe zorg ik dat mijn content zichtbaar blijft voor de mensen die er echt toe doen?”

Wat dit betekent voor jouw contentstrategie

Je moet anders gaan denken over content. SEO draait niet meer alleen om zoekwoorden en backlinks.

Het draait om autoriteit. Om context. Om relevantie. En om betrouwbaarheid.

Google’s AI kiest niet de eerste website die een zoekwoord voldoende vaak herhaalt. Het kiest bronnen die expertise tonen, die volledige antwoorden geven, die begrijpelijk uitleggen.

Goede content in het AI-tijdperk is:

Antwoordgericht
Geef een compleet antwoord op de vraag. Niet half, niet vaag. Helder en volledig.

Contextueel
Plaats je kennis in een breder verband. Help Google begrijpen waar jouw content over gaat en hoe het past in het grotere geheel.

Betrouwbaar
Onderbouw je claims. Gebruik data, bronnen, praktijkvoorbeelden. Laat zien dat je weet waarover je praat.

Actueel
AI-systemen waarderen recente informatie. Blijf publiceren. Update oude content.

Goed gestructureerd
Gebruik duidelijke koppen, korte alinea’s, opsommingen. AI leest anders dan mensen. Herkenbare patronen helpen.

Stappenplan: zo maak je content die AI oppikt

Genoeg theorie. Dit zijn de concrete stappen:

Stap 1: Denk in vragen, niet in zoekwoorden
Vroeger zocht je op “SEO tips”. Nu vraagt iemand “Hoe zorg ik dat mijn website beter gevonden wordt in Google zonder te betalen voor advertenties?”

Schrijf content die die volledige vraag beantwoordt. Gebruik natuurlijke taal. Schrijf zoals mensen praten.

Stap 2: Geef volledige antwoorden
Geen halve informatie. Geen “klik hier voor meer”. Geef gewoon het antwoord. Ja, compleet.

Klinkt gek? Werkt wel. Want als jij het beste antwoord geeft, word jij de bron die AI citeert. En daar wíl je staan.

Stap 3: Structureer je content logisch
Gebruik H2- en H3-koppen die vragen beantwoorden. Begin elke sectie met een duidelijk antwoord. Daarna pas de uitleg.

Bijvoorbeeld:

  • Kop: “Wat kost contentmarketing?”
  • Eerste zin: “Contentmarketing kost gemiddeld tussen 2.000 en 10.000 euro per maand, afhankelijk van je doelen en omvang.”
  • Daarna: de nuance en context.

Stap 4: Voeg structured data toe
FAQ-schema, Article-schema, Product-schema. Het helpt AI om je content te begrijpen en te categoriseren.

Geen idee wat dit is? Gebruik een WordPress-plugin zoals Yoast of RankMath. Die doen het werk voor je.

Stap 5: Toon expertise (E-E-A-T)
Experience, Expertise, Authoritativeness, Trustworthiness. Klinkt als jargon, maar het komt hierop neer:

  • Zet auteursnamen bij je content
  • Verwijs naar bronnen en onderzoek
  • Deel praktijkvoorbeelden en cases
  • Wees consistent in je tone-of-voice

Stap 6: Optimaliseer voor mobiel en snelheid
AI-modus werkt vooral op mobiel. Je site moet snel laden en goed werken op telefoons.

Check je scores met PageSpeed Insights. Los problemen op. Het is niet leuk werk, maar wel noodzakelijk.

Stap 7: Bouw topical authority
Schrijf niet over alles een beetje. Schrijf grondig over een paar onderwerpen. Word de expert in je niche.

Als jij tien uitgebreide artikelen hebt over contentmarketing, ziet Google je eerder als autoriteit dan wanneer je één artikel hebt geschreven naast artikelen over tuinieren en hondenverzorging.

Stap 8: Monitor en pas aan
Check Google Search Console. Kijk niet alleen naar clicks, maar ook naar impressions. Hoe vaak wordt je content getoond? Dat wordt steeds belangrijker.

Experimenteer. Test wat werkt. Pas aan op basis van resultaten. AI-modus is nieuw. Niemand heeft alle antwoorden nog. Wie nu experimenteert, loopt straks voorop.

Veelgestelde vragen

Verdwijnen traditionele zoekresultaten?
Nee. AI-modus is een tabblad, geen vervanging. Mensen kunnen nog steeds kiezen voor klassieke resultaten. Maar verwacht wel dat steeds meer gebruikers AI-modus gaan gebruiken.

Kan ik in AI-antwoorden komen zonder in de top 10 te staan?
Ja. Onderzoek toont aan dat 66 procent van de URL’s in AI-antwoorden niet in de traditionele top 10 staat. AI kiest op basis van relevantie en betrouwbaarheid, niet alleen op ranking.

Hoe weet ik of mijn content in AI-modus verschijnt?
Google Search Console laat dit nog niet specifiek zien. Wel kun je tools gebruiken zoals de AI Overview Tracker van SE Ranking. Of gewoon zelf zoeken in AI-modus en kijken.

Werkt dit ook voor webshops en commerciële content?
AI Overviews verschijnen vooral bij informatieve vragen (99,2 procent). Bij commerciële en transactionele zoekopdrachten veel minder. Maar Google experimenteert wel met productcarrousels, dus dit kan veranderen.

Hoeveel tijd kost dit allemaal?
Eerlijk? Meer dan vroeger. Content schrijven voor AI vraagt meer grondigheid. Maar je schrijft ook minder. Liever tien sterke artikelen die werken dan honderd zwakke die niemand ziet.

Wanneer zie ik resultaat?
Dat varieert. Sommige content wordt binnen weken opgepikt. Andere content heeft maanden nodig. Blijf consistent. Publiceer en optimaliseer.

De nieuwe realiteit

Google AI-modus is geen hype die overwaait. Het is de nieuwe manier van zoeken.

Websites die hun strategie niet aanpassen, verdwijnen langzaam naar de achtergrond. Niet omdat ze slechte content hebben, maar omdat hun content niet past in de manier waarop AI informatie verwerkt en presenteert.

Het goede nieuws? Je hoeft niet alles tegelijk te doen. Begin met één artikel. Optimaliseer het volgens de stappen hierboven. Kijk wat werkt.

Want dit is de nieuwe werkelijkheid: AI bepaalt steeds meer wie zichtbaar is. Niet door websites te vervangen, maar door te kiezen welke bronnen betrouwbaar genoeg zijn om te citeren.

Wil jij één van die bronnen zijn? Dan is dit het moment.

Je expertise verdient een podium. Zorg dat AI dat podium vindt.

Woorden als wapens: hoe propaganda jouw mening stuurt zonder dat je het doorhebt

propaganda en taalgebruik

Je scrolt door je feed. Ergens tussen een foto van iemands lunch en een video van een dansende kat zie je een bericht over de verkiezingen. Je leest het. Je knikt. Of je schudt je hoofd. En je scrolt verder. Maar de kans is groot dat je net gemanipuleerd bent, zonder dat je het doorhad.

Over een maand gaan we stemmen. De campagnes draaien op volle toeren. En de strijd is niet alleen inhoudelijk. Het is ook een taalstrijd. Politici aan beide kanten van het spectrum gebruiken woorden als gereedschap. Soms zelfs als wapens. Maar hier is het pijnlijke: het werkt. Niet omdat we dom zijn. Maar omdat ons brein gemaakt is voor snelle oordelen en groepsdenken. En daar wordt gretig op ingespeeld. Ik laat je zien hoe dat precies werkt. En waarom het zo gevaarlijk is.

De psychologie van stempeltjes zetten

“Elite.” “Gewone mensen.” “Woke.” “Populist.” Zie je wat hier gebeurt? Deze woorden zijn geen neutrale beschrijvingen meer. Ze zijn geladen. Ze vertellen je niet alleen wat iemand is, maar ook of je die persoon moet vertrouwen of wantrouwen. En hier speelt iets fundamenteels: je brein houdt van categorieën. Evolutionair gezien handig. Vriend of vijand? Gevaar of veilig? Snelle oordelen hielden ons in leven. Maar politici misbruiken dit mechanisme.

Links noemt rechts “gevaarlijk populistisch”, “neofascisten”, “neoliberalen” of “klimaatontkenners”. Rechts noemt links “linkse elite”, “deugers”, “woke” of “klimaatdrammers”. Beide kanten doen hetzelfde: ze plakken een etiket op hun tegenstander. Een etiket dat niet meer vraagt om nuance. En dan gebeurt er iets in je hoofd. Psychologen noemen het categorisch denken. Zodra iemand in een hokje zit, stop je met luisteren. Je brein heeft besloten: deze persoon hoort bij “hen”, niet bij “ons”. Het probleem? Niemand is één ding. Jij bent geen etiket. Ik ook niet. We zijn complex. Tegenstrijdig soms. Genuanceerd. Maar propaganda wil je dat laten vergeten. Want hokjes zijn makkelijk. Individuen zijn lastig.

De kunst van framing: hetzelfde feit, andere wereld

Hier een voorbeeld. Twee manieren om hetzelfde te zeggen. Versie 1: “80% van de patiënten overleeft deze operatie.” Versie 2: “20% van de patiënten sterft tijdens deze operatie.” Exact dezelfde informatie. Maar je reactie? Totaal anders. Dit heet framing. En het is een van de krachtigste wapens in propaganda. Want framing bepaalt niet welke feiten je krijgt, maar hoe je die feiten interpreteert. Het geeft een lens waardoor je naar de werkelijkheid kijkt. En die lens kleurt alles wat je ziet.

Een politiek voorbeeld. Rechts zegt: “We moeten onze grenzen beschermen tegen illegale immigratie.” Links zegt: “We moeten vluchtelingen helpen die op zoek zijn naar veiligheid.” Beide zinnen gaan over hetzelfde onderwerp. Maar het frame is tegengesteld. Het ene benadrukt bescherming en illegaliteit. Het andere benadrukt hulp en veiligheid. Geen van beiden liegt. Maar beiden sturen je gedachten op subtiele en effectieve wijze. Je brein pikt het frame op en vult de rest zelf in, op basis van wat je al gelooft.

Waarom werkt dit? Omdat je brein houdt van verhalen. Van oorzaak en gevolg. Van helden en schurken. Framing geeft je zo’n verhaal, klaar voor gebruik. Je hoeft alleen nog maar te geloven. En dat doen we. Vooral als het frame past bij wat we al denken. Psychologen noemen dit confirmation bias – de neiging om informatie te zoeken die onze bestaande overtuigingen bevestigt. Het frame activeert die bias. En voor je het weet, ben je overtuigd. Niet door logica. Maar door een slim gekozen perspectief.

Angst verkoopt: je reptielenbrein als doelwit

Propaganda werkt het beste met één ingrediënt: angst. “Ze komen jouw waarden vernietigen.” “Ze pikken jouw baan in.” “Ze maken jouw toekomst onveilig.” Let op dat woordje: jouw. Dat is geen toeval. Door het persoonlijk te maken, voelt het urgenter, dreigender en echter. En hier gebeurt iets in je brein dat je moet begrijpen om propaganda te doorzien.

Je hebt drie informatieverwerkingssystemen. Het snelle, emotionele systeem – je amygdala, het reptielenbrein. Het langzame, rationele systeem – je prefrontale cortex, het denkbrein. En je automatische piloot – je basale ganglia. Propaganda richt zich bewust op systeem één: je reptielenbrein. Want dat is snel. En angst schakelt je rationele denken grotendeels uit. Evolutionair gezien handig: als er een leeuw op je af komt, moet je rennen, niet nadenken. Maar in politiek wordt dit mechanisme misbruikt. Er is geen leeuw. Maar je brein reageert alsof die er wel is.

Een voorbeeld uit campagnes die je regelmatig ziet: “Straks kan jouw dochter niet meer veilig over straat.” Deze zin raakt me. Persoonlijk. Ik ben moeder van twee dochters. De jongste is net op kamers gaan wonen. En die angst? Die herken ik. Ik ben er zelf mee opgevoed. Net als mijn vriendinnen. Net als de meeste vrouwen die ik ken. “Let op in het donker.” “Loop niet alleen door dat park.” “Bel me als je thuiskomt.” Het zit erin gebakken. Een systeem van alertheid dat je van kinds af aan meekrijgt.

En terecht. Want ondanks alle voorzichtigheid hebben we allemaal wel eens iets meegemaakt. Een hand waar die niet hoort. Een achtervolger tijdens wandeling naar huis. Een situatie waarin je voelde: dit gaat niet goed als ik niet opletter. We worden niet geregeerd door angst. Maar de realiteit is er wel. Daarom steun ik ook acties zoals Wij eisen de nacht op. Want vrouwen móeten gewoon veilig over straat kunnen. Altijd. Overal.

Maar hier is het cynische: politici gebruiken precies die angst. Die zin – “straks kan jouw dochter niet meer veilig over straat” – doet meerdere dingen tegelijk. Het is persoonlijk (“jouw dochter”), toekomstgericht (“straks”), vaag (“niet meer veilig”) en emotioneel beladen (beschermingsinstinct). Je brein reageert met angst, woede en urgentie. Je rationele systeem probeert nog te vragen: wacht, waar is dit op gebaseerd? Maar je emotionele systeem heeft al gewonnen. En dan komt de oplossing: “Maar wíj beschermen je.” “Wíj staan aan jouw kant.”

Zie je het patroon? Eerst angst zaaien, dan jezelf presenteren als redder. Het probleem is niet dat de angst onterecht is. Die angst bestaat echt. Maar hij wordt gebruikt en geïnstrumentaliseerd, zonder dat er concrete oplossingen komen. Want “beschermen” klinkt goed. Maar wat betekent het? Meer camera’s? Langere straffen? Meer agenten? Of investeren in de oorzaken van onveiligheid? Dat wordt niet gezegd. Dat hoeft ook niet. Want de angst is al getriggerd. En dat is genoeg. Dit trucje is zo oud als de politiek zelf. Het werkte in het oude Rome. Het werkte in de Koude Oorlog. En het werkt nog steeds, omdat je reptielenbrein niet geëvolueerd is sinds toen.

Propaganda en taalgebruik

De geschiedenis herhaalt zich: van Goebbels tot algoritmes

Propaganda is geen modern fenomeen. Maar de middelen zijn wel veranderd. En met elk nieuw medium werden de technieken verfijnder, effectiever en gevaarlijker.

Jaren ’30: de geboorte van moderne propaganda. Joseph Goebbels, Hitlers minister van propaganda, formuleerde principes die vandaag nog steeds worden gebruikt. Herhaal een leugen vaak genoeg, en mensen gaan het geloven. Gebruik emotie, geen ratio. Vereenvoudig complexe zaken tot zwart-wit. Creëer een gemeenschappelijke vijand. Klinkt bekend? Dat zou het moeten. Want deze principes zie je terug in elke moderne politieke campagne, links én rechts. De methoden zijn niet veranderd, maar de middelen zijn geavanceerder geworden.

Jaren ’50-’80: massamedia. Radio en televisie brachten propaganda direct je huiskamer in. Politici leerden spreken in soundbites en simpele slogans die bleven hangen. Het publiek had weinig alternatieven. Je keek naar de drie zenders die er waren. Je las de krant die in je regio bezorgd werd. De informatiestromen waren controleerbaar. En wie die controle had, had macht.

En toen kwam 2010 en alles veranderde opnieuw. De algoritme-revolutie. Sociale media. Niet omdat propaganda zelf anders werd. Maar omdat de schaal explosief groeide en omdat het gepersonaliseerd werd. Nu krijg jij propaganda te zien die specifiek op jou is afgestemd, op basis van je leeftijd, je woonplaats, je interesses, je angsten. Een voorbeeld: ben je ondernemer in de Randstad? Dan zie je advertenties over hoge belastingen en bureaucratie. Woon je in een krimpregio? Dan zie je boodschappen over vergeten buitengebieden en stadscentrisme. Dezelfde partij. Verschillende boodschappen. Voor verschillende doelgroepen. Micro-targeting heet dat. En het is verschrikkelijk effectief. Goebbels kon daar alleen nog maar van dromen.

De echoput: hoe algoritmes polarisatie versterken

En hier wordt het echt gevaarlijk. Je Facebook-feed, je Instagram, je TikTok – ze laten je niet willekeurig content zien. Ze tonen wat je engageert. Waar je op klikt. Waar je naar kijkt. Waar je reageert. En het gevolg? Je ziet vooral content die je bevestigt in wat je al denkt. Psychologen noemen dit confirmation bias. Je zoekt bewijs voor je eigen gelijk. En het algoritme levert het graag. Want een tevreden gebruiker is een gebruiker die langer blijft scrollen. En langer scrollen betekent meer advertentie-inkomsten.

Links ziet vooral linkse content. Rechts ziet vooral rechtse content. En beide kampen denken: “Zie je wel, iedereen denkt er zo over.” Maar dat klopt niet. Je ziet niet de werkelijkheid. Je ziet een gefilterde versie. Een echo van je eigen ideeën. En die echo wordt steeds luider, want het algoritme merkt dat je dit soort content waardeert. Dus krijg je er meer van. En dat “meer” is vaak extremer. Want extremere content roept meer reactie op. En reactie is engagement. En engagement is waar het om draait.

Waarom is dit zo gevaarlijk? Omdat je nooit meer hoort waarom de ander denkt zoals die denkt. Je ziet alleen karikaturen. Extreem. Uitvergroot. Geselecteerd omdat ze woede of verontwaardiging opwekken. En woede verkoopt goed. Algoritmes houden van woede, want woede betekent engagement. Meer shares, meer comments, meer likes. En dat betekent advertentie-inkomsten. De vicieuze cirkel werkt zo: je ziet content die je bevestigt, je raakt overtuigd van je gelijk, je wordt extremer in je standpunten, je ziet de “ander” als vijand, het algoritme registreert je engagement, je krijgt nóg extremere content te zien, en dan begint de cyclus opnieuw. Dit is geen complottheorie. Dit is hoe het systeem ontworpen is. En het werkt precies zoals bedoeld.

propaganda en taalgebruik

De kunst van het weglaten: halve waarheden zijn hele leugens

Propaganda is niet alleen wat je zegt. Het is ook wat je niet zegt. En hier wordt het extra lastig. Want als iemand liegt, kun je dat checken. Maar als iemand selectief de waarheid vertelt? Dan klinkt het waar. Technisch gezien ís het waar. Maar zonder context is het misleidend. En dat is precies de bedoeling.

Neem migratie. In 2024 kwamen ongeveer 314.000 mensen naar Nederland, een daling van 6% vergeleken met 2023. Het aantal eerste asielaanvragen daalde met 16%. Maar hoe wordt dit gecommuniceerd? Rechtse partijen benadrukken: “De migratiedruk blijft te hoog!” Ze noemen het totale aantal, zonder te vermelden dat het gaat om arbeidsmigranten, studenten, gezinshereniging én asielzoekers samen. Of ze wijzen op de volle opvangcentra, zonder te melden dat 26% van de COA-bewoners al een vergunning heeft en wacht op een woning, niet op een asielbesluit. Linkse partijen doen het omgekeerde. Ze benadrukken de daling van 16% in asielaanvragen en dat Nederland op plek 15 staat in Europa als je kijkt naar aanvragen per 1.000 inwoners. Maar ze verzwijgen vaak de impact op lokale gemeenschappen die worstelen met integratie en huisvesting. (Actuelere cijfers vind je in de thema-app Migratie of Wonen van de NOS.)

Of kijk naar de woningmarkt. In vrijwel elk verkiezingsprogramma staat wonen in de top drie van prioriteiten. Iedereen is het eens: er moeten meer huizen komen. Maar hoe dat wordt geframed verschilt enorm. Rechtse partijen wijzen naar migratie als oorzaak van de woningnood. “Als er minder mensen komen, is er minder druk op de woningmarkt.” Technisch waar, maar het verzwijgt dat Nederland al decennia te weinig bouwt, dat scheiding en vergrijzing ook druk opleveren, en dat we een structureel probleem hebben. Linkse partijen benadrukken dat we te weinig betaalbare woningen bouwen en dat beleggers de markt opkopen. Ook waar. Maar ze verzwijgen vaak de kosten van versneld bouwen, de impact op natuur en ruimte, en de complexiteit van regelgeving die ze zelf vaak mee hebben ontworpen.

En dan de zorg. Iedereen erkent dat de zorg onder druk staat. Maar ook hier wordt selectief verteld. Linkse partijen benadrukken de wachttijden, de uitstroom van zorgpersoneel, de verslechtering van zorg. Ze pleiten voor meer investeringen. Wat vaak onderbelicht blijft: waar komt dat geld vandaan? Hogere belastingen? Bezuinigingen elders? Rechtse partijen benadrukken de betaalbaarheid en efficiëntie. Ze pleiten voor meer marktwerking. Wat minder wordt belicht: de thuiszorgmedewerker die nu tien cliënten per dag moet doen in plaats van zeven. De wachttijden die oplopen. De zorg die verschraalt.

Het resultaat? Jij krijgt halve waarheden. En die zijn gevaarlijker dan complete leugens. Want leugens kun je checken, ontkrachten, weerleggen. Halve waarheden klinken waar. Ze bevatten feiten. Maar de context ontbreekt. En zonder context is een feit betekenisloos. Of erger: een wapen.

Het individu versus het collectief: waarom labels zo gevaarlijk zijn

En nu komen we bij wat jou raakt. En wat mij raakt. En wat onze samenleving kapot dreigt te maken: het wegzetten van mensen. “Ah, jij bent dus een linkse woke-activist.” “Oh, jij bent zo’n rechtse nationalist.” En dan is het gebeurd. Gedefinieerd. Geclasseerd. Afgedaan.

Maar niemand is één ding. Jij niet. Ik niet. Die buurman niet. Die collega niet. We zijn allemaal een verzameling soms tegenstrijdige overtuigingen, ervaringen, angsten en hoop. En dat mag.

Ik ken mensen die voor meer asielopvang zijn én voor strenger klimaatbeleid. Die groen stemmen maar jagen in het weekend. Die links zijn maar vinden dat er grenzen zijn aan immigratie. Die rechts zijn maar voorstander van basisbeurs. Tegenstrijdig? Nee. Menselijk. Want mensen zijn complex. We passen niet in hokjes. We hebben genuanceerde meningen gevormd door onze levens, onze ervaringen, onze context. Maar in het publieke debat mag dit niet meer. Je moet kiezen. Een kant. Een label. Een hokje. En zodra je in dat hokje zit, wordt alles wat je zegt geïnterpreteerd door die lens. Stem je links? Dan ben je naïef. Stem je rechts? Dan ben je bekrompen.

Het gevolg? We praten niet meer met elkaar. We praten over elkaar. In karikaturen. In vijandbeelden. En daarmee maken we het gesprek onmogelijk. Want een gesprek vereist dat je de ander ziet als individu. Als mens. Met genuanceerde ideeën. Met twijfels. Met vragen. Maar propaganda wil geen genuanceerde mensen. Propaganda wil soldaten. Stemvee. Trouwe volgers die niet twijfelen. En hier zit het echte gevaar: als je mensen reduceert tot labels, hoef je niet meer naar ze te luisteren. Als je ze niet meer hoeft te horen, kun je ze makkelijker buitensluiten. En als je ze buitensluit, ontstaat er een “wij” en “zij”. En van daaruit is het een kleine stap naar dehumaniseren.

Dat klinkt extreem. Maar kijk naar de taal die we nu al gebruiken. “Tuig van de richel.” “asieltsunami.” “nepparlement.” “geïndoctrineerde linkse radicaaltjes”, “woke-marxisten”, “hersenloos geslijm met terroristentuig”. Dit zijn geen woorden die je gebruikt voor mensen die je respecteert. Dit zijn woorden die je gebruikt voor dingen die je wilt uitroeien. En dat begint met een label. Met een hokje. Met het ontkennen van iemands individualiteit. Daarom is dit zo gevaarlijk. Niet omdat één politicus het doet. Maar omdat we het allemaal doen. Links én rechts. De ene kant misschien meer dan de andere kant. En iedere keer dat we het doen, wordt de kloof groter en het gesprek onmogelijker.

Hoe ga je hiermee om?

Oké. Genoeg geanalyseerd. Wat doe je ermee? Want weten hoe het werkt is één ding. Je ertegen wapenen is iets anders.

Herken de signalen. Let op absolute woorden zoals “altijd”, “nooit”, “iedereen” en “niemand” – de werkelijkheid is zelden zo zwart-wit. Als iemand in absoluten spreekt, is er meestal nuance weggelaten. Emotionele lading zonder onderbouwing is ook een waarschuwingssignaal. Als een tekst vooral gericht is op woede, angst of verontwaardiging in plaats van op feiten, wees dan alert. Vraag je af: waarom wil deze tekst dat ik me zo voel? Ook gebrek aan nuance is verdacht. Complexe problemen hebben geen simpele oplossingen. Als het te makkelijk klinkt (“we sluiten gewoon de grenzen” of “we delen gewoon alles eerlijk”), is het dat meestal ook.

Vijandbeelden zijn een klassieke propagandatechniek. “Zij” versus “wij” – dit soort taal verdeelt bewust. Let op zinnen als “zij willen dat…” of “zij zijn erop uit om…” Ook weggelaten context is cruciaal. Bij elk cijfer, elk feit, vraag je af wat er niet wordt verteld. Wat is de bron? Wat is de definitie? Wat is de vergelijking? Een beroep op autoriteit zonder bewijs is ook verdacht. “Experts zeggen…” – welke experts? Waar staat dat? Is er consensus of is het één mening? En tot slot: persoonlijke aanvallen. Als de boodschapper wordt aangevallen in plaats van de boodschap, is er meestal geen sterk argument.

Vertraag je brein. Je reptielenbrein reageert snel. Te snel. Oefen dit: lees iets wat je woedend maakt? Tel tot tien voor je reageert. Zie je een claim die je bevestigt? Zoek bewijs dat het tegendeel zegt. Wil je iets delen? Vraag eerst: waarom wil ik dit delen? Vanwege de inhoud of vanwege het gevoel? Dit voelt onnatuurlijk, omdat je brein gemaakt is voor snelheid. Maar snelheid in een informatieoorlog is gevaarlijk. Langzaam denken is niet dom. Het is wijs.

Zoek meerdere bronnen. Eén bron vertelt nooit het hele verhaal. Zelfs niet als je die bron vertrouwt. Probeer dit: lees bewust een krant die je normaal níet leest. Volg iemand op sociale media die andere ideeën heeft. Kijk naar hoe verschillende media hetzelfde nieuws framen. Niet om van mening te veranderen, maar om te zien hoe perspectief werkt. Hoe taal stuurt. Hoe twee mensen naar hetzelfde feit kunnen kijken en iets anders zien. Dit is geen relativisme. Het is geen “alles is even waar”. Het is bewustzijn van hoe informatie gekleurd wordt. Door iedereen. Inclusief jou.

Vraag door. Accepteer geen vage beweringen. Stel kritische vragen. Wat bedoel je precies met…? Waar baseer je dat op? Zijn er ook nadelen aan jouw voorstel? Wat zou de andere kant hierop zeggen? Dit doe je niet om vervelend te zijn, maar om de waarheid dichter te naderen. Want de waarheid is complex, genuanceerd en soms ongemakkelijk. Maar het is de moeite waard om ernaar te graven.

Erken je eigen bias. Jij hebt ook vooroordelen. Ik ook. We zijn allemaal bevooroordeeld. Dat is menselijk. Maar je kunt het erkennen. Dat is niet makkelijk. Maar vraag je af: Waar ben ik blind voor? Welke informatie vermijd ik? Bij welke onderwerpen ben ik het meest emotioneel? Wat wil ik zo graag geloven dat ik niet kritisch kijk? Deze vragen zijn ongemakkelijk, maar noodzakelijk. Want pas als je je eigen bias erkent, kun je ermee omgaan.

Jouw rol als lezer – en als mens

Je bent geen passieve ontvanger. Je bent een kritische denker. Dat betekent niet dat je overal aan moet twijfelen. Want dan word je cynisch. En cynisme verlamt. Het maakt je passief. Apathisch. En dat is precies wat propaganda ook doet: het verlamt je vermogen om genuanceerd te denken. Maar het betekent wel dat je je bewust bent van hoe taal werkt. Hoe het stuurt, hoe het manipuleert en hoe je je daartegen kunt wapenen.

En het betekent iets anders. Iets belangrijkers misschien. Dat je de ander ziet als individu. Niet als etiket. Dat je vraagt naar iemands verhaal in plaats van aannames te maken. Dat je ruimte geeft voor nuance. Voor twijfel. Voor complexiteit. Want dat is wat propaganda kapot wil maken: het individuele denken. De genuanceerde blik en het menselijke gesprek.

De verkiezingen komen eraan. Politici gaan hun best doen om jou te overtuigen. Met woorden, met framing, met emotie en met angst. Juist nu is het belangrijk om te luisteren naar wat ze echt zeggen. En hoe ze het zeggen. En stel je zelf de vraag: waarom zeggen ze het zo? Want wie de taal beheerst, beheerst de gedachten. En wie de gedachten beheerst, wint de verkiezingen. Maar jij hoeft je gedachten niet over te geven. Jij kunt kiezen om bewust te blijven. Blijf kritisch, genuanceerd en vooral ook menselijk.

Wat dit betekent voor jouw eigen communicatie

Dit gaat niet alleen over politiek. Ook jij gebruikt taal. In je emails. Op LinkedIn. In je content. En ook jij kunt kiezen: ga je overtuigen met trucjes? Of met eerlijkheid? Ik zie het dagelijks in allerlei posts op LinkedIn, Facebook – mede mogelijk gemaakt door allerlei AI Agents: bedrijven die “een reis maken” in plaats van gewoon “werken aan”. Marketeers die “resoneren” en “induiken” in plaats van “begrijpen” en “onderzoeken”. Experts die zich verschuilen achter jargon in plaats van helder te zijn. Het is allemaal dezelfde tactiek: maak het vaag, dan klinkt het indrukwekkend. Maar jij kunt het anders doen.

Jij kunt kiezen voor heldere taal in plaats van mooipraterij. Concrete voorbeelden in plaats van vage beloftes. Toegeven dat je iets niet weet in plaats van bluffen. Nuance tonen in plaats van te polariseren. Propaganda werkt op korte termijn. Integriteit werkt voor altijd. En de wereld heeft behoefte aan mensen die eerlijk communiceren. Die niet manipuleren. Die het individu zien. Die het gesprek aangaan. Misschien begin je daar. Bij jezelf. In je eigen content. In je eigen taal. Want verandering begint klein. Met bewustzijn, met keuzes en met woorden.


Genoeg gelezen? Tijd om kritischer te worden. Niet cynisch, maar scherp. Want jouw stem telt. En jouw woorden ook. Zorg dat ze eerlijk zijn.

Van vaag naar scherp: hoe je prompts verfijnt

Verfijning-prompts

Laatst kreeg ik een berichtje van een opdrachtgever: “Ik probeer al een uur een goede tekst uit ChatGPT te krijgen, maar het blijft prutswerk.” Herkenbaar? Dat vage gevoel dat AI je helpt, maar dat het resultaat niet is wat je voor ogen had?

Hier is het ding: goede prompts komen niet uit de lucht vallen. Ze ontstaan door verfijning. Door te experimenteren. Door bewust te kijken naar wat werkt en wat niet.

Net zoals ik beschreef in wat prompting eigenlijk is – het is een gesprek met AI. En zoals elk goed gesprek, wordt het beter naarmate je elkaar beter leert kennen.

TL;DR – Wat je meeneemt uit deze blog

  • Het iteratieve proces: Hoe je stap voor stap je prompts scherper maakt
  • Concrete verfijningstechnieken: Praktische trucs die direct werken
  • Voor/na voorbeelden: Zie hoe een vage prompt transformeert naar een effectieve instructie

Waarom verfijning cruciaal is

Denk aan je eerste rijles. Je wist dat je gas, rem en koppeling moest gebruiken, maar de uitvoering? Dat was hakkelwerk. Prompting is hetzelfde. Je begint met een globaal idee, maar het echte werk zit in de details.

AI werkt niet met telepathie. Het reageert op wat je letterlijk schrijft. Een vage prompt levert vage resultaten op. Simpel als dat.

Herken je dat van de meest gemaakte prompt-fouten? Te weinig context geven is fout nummer één. Verfijning lost dat op.

De verfijningscyclus: van ruw naar gepolijst

Stap 1: Begin met je eerste poging

Je eerste prompt is nooit perfect. Dat hoeft ook niet. Begin gewoon.

Eerste poging: “Schrijf een tekst over duurzaamheid voor mijn website”

Resultaat: Algemene, saaie tekst die overal vandaan had kunnen komen.

Stap 2: Analyseer wat ontbreekt

Kijk kritisch naar het resultaat. Wat mist er? Wat past niet bij jouw stem? Noteer specifiek wat beter kan.

Wat ontbreekt:

  • Geen duidelijke doelgroep
  • Geen specifieke invalshoek
  • Geen persoonlijke stem
  • Te algemeen, geen concrete voorbeelden

Stap 3: Voeg laag voor laag toe

Verfijn je prompt door specifieke elementen toe te voegen. Niet alles tegelijk – dat wordt een puinhoop.

Tweede poging: “Schrijf een tekst over duurzaamheid voor ondernemers die hun bedrijf groener willen maken. Focus op praktische eerste stappen.”

Resultaat: Beter, maar nog steeds te braaf.

Stap 4: Voeg context en stem toe

Nu wordt het interessant. Geef AI meer context over jouw bedrijf, je doelgroep en gewenste toon.

Derde poging: “Schrijf een tekst over duurzaamheid voor Nederlandse ondernemers die hun bedrijf groener willen maken. Ik ben adviseur en help bedrijven met praktische stappen, geen theoretische verhalen. Toon direct, zonder corporate jargon. Begin met een herkenbare situatie.”

Resultaat: Nu komen we ergens.

technieken-die-werken-bij-prompts-verfijnen

Verfijningstechnieken die direct werken

Techniek 1: De specificatie-ladder

Ga van breed naar smal. Elke iteratie wordt specifieker. Dit concept komt terug in onderzoek van DataCamp over effectieve prompting.

Breed: “Schrijf over marketing”
Smaller: “Schrijf over LinkedIn marketing”
Specifiek: “Schrijf over LinkedIn marketing voor B2B dienstverleners”
Zeer specifiek: “Schrijf over LinkedIn marketing voor Nederlandse B2B dienstverleners die hun expertise willen tonen”

Techniek 2: De context-sandwich

Omarm je prompt met context voor en na.

Voor: “Ik ben copywriter en help ondernemers met hun teksten.” Prompt: “Schrijf een e-mail aan prospects die interesse toonden”
Na: “Houd het persoonlijk, professioneel maar toegankelijk. Geen marketing-jargon.”

Techniek 3: De voorbeeldmethode

Geef AI een smaakje van wat je wilt.

“Schrijf een LinkedIn post over productiviteit. Bijvoorbeeld zo: ‘Gisteren verloor ik 2 uur aan e-mails die niets opleverden. Herkenbaar? Hier is wat ik nu anders doe:’ Gebruik een vergelijkbare opbouw.”

Techniek 4: De negatieve instructie

Vertel AI ook wat je NIET wilt. Dit helpt tegen die herkenbare AI-woorden die iedereen direct herkent.

“Schrijf een productbeschrijving. Geen marketingtaal zoals ‘innovatief’ of ‘revolutionair’. Geen lijstjes met features. Wel concrete voordelen voor de gebruiker.”

Praktijkvoorbeeld: een complete verfijning

Uitgangspunt: Een websitetekst voor een accountantskantoor

Poging 1: “Schrijf een tekst over ons accountantskantoor”

Resultaat: Droog, standaard, uitwisselbaar.

Poging 2: “Schrijf een tekst over ons accountantskantoor dat zich richt op kleine ondernemers. Maak het persoonlijk en toegankelijk.”

Resultaat: Beter, maar nog steeds te algemeen.

Poging 3: “Schrijf een introductietekst voor ons accountantskantoor. Wij helpen kleine ondernemers (1-10 werknemers) in de regio Utrecht. Onze eigenaar Jan werkt 15 jaar in de branche en helpt praktisch, zonder jargon. Doelgroep: ondernemers die hun boekhouding willen uitbesteden, maar persoonlijke service verwachten. Toon: professioneel maar benaderbaar, zoals je tegen een kennis praat.”

Resultaat: Nu hebben we iets bruikbaars.

Poging 4: “Schrijf een introductietekst voor ons accountantskantoor. Wij helpen kleine ondernemers (1-10 werknemers) in de regio Utrecht. Onze eigenaar Jan werkt 15 jaar in de branche en helpt praktisch, zonder jargon.

Doelgroep: ondernemers die hun boekhouding willen uitbesteden maar persoonlijke service verwachten. Ze zijn vaak gefrustreerd door grote kantoren waar ze een nummer zijn.

Toon: professioneel maar benaderbaar, zoals je tegen een kennis praat. Begin met een herkenbare situatie. Geen corporate speak zoals ‘faciliteren’ of ‘optimaliseren’.

Structuur: korte alinea’s, mix van korte en langere zinnen. Eindig met een duidelijke volgende stap.”

Resultaat: Bingo. Dit werkt.

prompts verfijnen

Waarom verfijning zo krachtig is

Elke iteratie leert je meer over je eigen behoeften. Je ontdekt welke elementen belangrijk zijn voor jouw doelgroep. Je leert AI beter kennen en AI leert jou beter kennen.

OpenAI beveelt dit iteratieve proces ook aan: “Start met een eerste prompt, bekijk de respons, en verfijn de prompt gebaseerd op de output.”

Het is geen tijdverspilling. Het is investeren in betere resultaten.

De verfijningsregels

  1. Eén element per keer: Pas niet alles tegelijk aan
  2. Bewaar wat werkt: Gooi succesvolle elementen niet weg
  3. Test verschillende benaderingen: Soms werkt een compleet andere aanpak beter
  4. Noteer wat werkt: Bouw je eigen prompt-bibliotheek op

Veelvoorkomende verfijningsproblemen

Probleem 1: Te veel tegelijk veranderen

Je weet niet meer wat het verschil maakte. Verfijn stap voor stap.

Probleem 2: Te vroeg opgeven

De eerste drie pogingen zijn vaak nog niet genoeg. Blijf volharden.

Probleem 3: Geen systeem hanteren

Willekeurig aanpassen zonder logica werkt niet. Gebruik een vaste aanpak.

Time-out: even de balans opmaken

Prompts verfijnen is een vaardigheid. Net als fietsen of autorijden. Het voelt in het begin onnatuurlijk, maar wordt snel automatisme.

De kunst zit niet in de perfecte eerste poging. Die bestaat niet. De kunst zit in het geduld om elke iteratie bewust te verbeteren.

Klaar om te starten? Pak een prompt die je recent gebruikte en verfijn hem met de technieken uit deze blog. Kijk wat het verschil maakt.

Merk je dat je worstelt met te wollige teksten? Verfijning helpt daar ook bij. Want scherpe prompts leveren scherpe teksten op.


Wat is een prompt? Hoe schrijf je een goede prompt? Veelgestelde vragen - Prompt fouten | - Veelgestelde vragen over LinkedIn etiquette Spelling, spellingsfouten hoe lezen mensen teksten, vacaturetekst schrijven, zakelijk schrijven, doelgroep bepalen, LinkedIn algoritme 2025, LinkedIn netwerken routine - /en/docs/build-with-claude/prompt-engineering/overview#prompting-vs-finetuning - prompts verfijnen

Veelgestelde vragen

Hoe vaak moet ik een prompt verfijnen? Dat verschilt per situatie. Soms is drie keer genoeg, soms heb je zes iteraties nodig. Stop als je tevreden bent met het resultaat, niet eerder.

Kan ik een prompt té gedetailleerd maken? Ja, dat kan. Als je prompt langer wordt dan de gewenste output, ben je te ver gegaan. Zoek de balans tussen detail en bruikbaarheid.

Moet ik elke keer vanaf nul beginnen? Nee. Bouw een bibliotheek op van succesvolle prompts. Pas bestaande prompts aan voor nieuwe situaties. Waarom het wiel opnieuw uitvinden?


Wil je meer weten over prompting? Bekijk hoe je een goede prompt schrijft of ontdek waarom verhalen beter werken dan cijfers in je content.

Veelgestelde vragen over vaagtaal [Je hele FAQ-sectie hier] Hoe vaak moet ik een prompt verfijnen? Dat verschilt per situatie. Soms is drie keer genoeg, soms heb je zes iteraties nodig. Stop als je tevreden bent met het resultaat, niet eerder. Kan ik een prompt té gedetailleerd maken? Ja, dat kan. Als je prompt langer wordt dan de gewenste output, ben je te ver gegaan. Zoek de balans tussen detail en bruikbaarheid. Moet ik elke keer vanaf nul beginnen? Nee. Bouw een bibliotheek op van succesvolle prompts. Pas bestaande prompts aan voor nieuwe situaties. Waarom het wiel opnieuw uitvinden?

Wekelijkse LinkedIn-routine: 30 minuten die je netwerk laten groeien

LinkedIn posts die niet werken - LinkedIn algoritme 2025 - LinkedIn etiquette, LinkedIn netwerken routine

LinkedIn heeft meer kracht dan de meeste mensen beseffen. Je scrolt dagelijks door je feed, accepteert wat connectieverzoeken, maar er zit veel meer potentie in dan je denkt. Een goede LinkedIn netwerken routine maakt het verschil. Ik help je met een concrete aanpak die in 30 minuten per week je netwerk laat groeien.

Deze routine draai ik zelf elke week. Hij werkt. Voor mij en voor mijn klanten. Laten we stap voor stap door de aanpak gaan.

Stap 1: Beheer je connectieverzoeken (5 minuten)

Begin altijd met je connectieverzoeken. Niet alle verzoeken zijn goud waard — je wilt kwaliteit, geen kwantiteit.

Kijk naar wie je accepteert:

  • Mensen die je in het echt hebt ontmoet
  • Personen die al goed verbonden zijn met je netwerk
  • Professionals met hoge LinkedIn-activiteit
  • Mensen die reageren op jouw content
  • Leiders en influencers uit je vakgebied
  • C-level executives, partners en analisten
  • Erkende stemmen binnen LinkedIn

Het gaat om relevantie. Niet om grootte van je netwerk. Een connectie die nooit iets doet? Dat voegt niets toe aan je LinkedIn-spel.

Stap 2: Voeg strategisch nieuwe contacten toe voor LinkedIn netwerken (15 minuten)”

Hier zit de echte kracht van netwerken. Zoek actief naar interessante mensen. LinkedIn’s zoekfunctie is je beste vriend.

Mijn selectiecriteria voor nieuwe contacten:

  • Professionals die regelmatig posten en reageren
  • Mensen uit bedrijven waar je mee wilt samenwerken
  • Sprekers van events waar je bent geweest
  • Auteurs van artikelen die je interessant vindt
  • Werknemers van potentiële klanten
  • Experts in aangrenzende vakgebieden

LinkedIn’s Sales Navigator kan je helpen bij het vinden van de juiste mensen. Ook de gewone zoekfunctie van LinkedIn is krachtig genoeg voor deze strategie.

Stuur altijd een persoonlijk bericht bij je verzoek. “Hoi, ik vond je post over content marketing interessant” werkt beter dan de standaard LinkedIn-tekst. Wil je meer tips over wat wel en niet kan op LinkedIn? Check dan onze LinkedIn etiquette gids.

Stap 3: Onderhoud je bestaande LinkedIn netwerk (10 minuten)

Je netwerk groeit niet door connecties te verzamelen. Het groeit door interactie.

Professioneel netwerken doe je zo:

  • Maak een lijst van je belangrijkste contacten
  • Stel voor om af te spreken (persoonlijk of digitaal)
  • Verstuur gerichte LinkedIn-berichten naar externe contacten
  • Gebruik e-mail en interne chat voor collega’s

Scroll door je feed en:

  • Like posts die je aanspreken
  • Plaats zinvolle reacties
  • Deel content door (met eigen toevoeging)
  • Verwijder connecties die niet meer relevant zijn

Interactie moet natuurlijk aanvoelen. Forceer het niet. Reageer alleen als je daadwerkelijk iets toe te voegen hebt.

Bonus: Optimaliseer je contentstrategie

Tijdens je routine zie je wat werkt in je netwerk. Gebruik die inzichten voor je eigen content.

Let op:

  • Welke onderwerpen krijgen veel reacties?
  • Hoe schrijven de mensen in je netwerk?
  • Welke trends zie je voorbijkomen?
  • Wat deel je straks opnieuw (in eigen woorden)?

Je eigen content wordt sterker als je begrijpt wat je netwerk beweegt. Luister eerst, dan pas spreken.

De weekelijkse contentplanning

Plan je content rondom je netwerk:

  • Hergebruik interessante inzichten uit je feed
  • Reageer op trends die je ziet
  • Deel je eigen ervaring met onderwerpen die leven
  • Gebruik je netwerk om content te valideren

Pro-tip voor automatisering: Gebruik een content curation tool om de komende 15 dagen vol te plannen met verse content. Tools zoals Buffer of Hootsuite werken prima voor LinkedIn-planning. Feedly helpt je om interessante content te vinden die je kunt hergebruiken (in eigen woorden natuurlijk).

Zo hoef je niet elke dag na te denken over wat je gaat posten.

Profilering: blijf up-to-date

Je LinkedIn-profiel is nooit “af”. Update regelmatig:

  • Nieuwe projecten of functies
  • Recente certificeringen
  • Gewijzigde expertisegebieden
  • Verse aanbevelingen van klanten

Een verouderd profiel suggereert dat je niet groeit. Dat wil je niet uitstralen.

Waarom deze routine werkt

LinkedIn is geen sociale media zoals Instagram of Facebook. Het is een professioneel netwerk waar 740 miljoen professionals actief zijn. Mensen zitten er voor zakelijke doeleinden. Ze willen leren, groeien en zakendoen.

Door consistent waarde toe te voegen aan je netwerk, word je zichtbaar. Niet door te schreeuwen, maar door nuttig te zijn. Door te helpen. Door interessant te zijn.

Deze LinkedIn-routine kost je zo’n 30 minuten per week. Dat is minder tijd dan je besteedt aan scrollen door Instagram. Maar de impact op je carrière? Onvergelijkbaar groter.

Met deze LinkedIn netwerken routine bouw je systematisch aan je professionele zichtbaarheid. Week na week groeit je netwerk, worden je posts meer gezien, en ontstaan er nieuwe kansen. Dat is de kracht van consistent LinkedIn netwerken.

Tijd voor actie

Genoeg gelezen? Probeer deze routine komende week. Plan 30 minuten in je agenda. Maandag of dinsdag werkt het beste — dan is je netwerk het meest actief.

Net terug van vakantie? Perfect moment om te starten. Je hebt frisse energie en nieuwe inzichten. Bovendien zijn veel mensen in september weer actief op LinkedIn na de zomerstop.

Je kunt direct beginnen. Open LinkedIn. Check je connectieverzoeken. Voeg drie interessante mensen toe. Reageer op vijf posts. Klaar.

Meer hoef je niet te doen. Maar de impact? Die voel je binnen een maand.


Wat is een prompt? Hoe schrijf je een goede prompt? Veelgestelde vragen - Prompt fouten | - Veelgestelde vragen over LinkedIn etiquette Spelling, spellingsfouten hoe lezen mensen teksten, vacaturetekst schrijven, zakelijk schrijven, doelgroep bepalen, LinkedIn algoritme 2025, LinkedIn netwerken routine

Veelgestelde vragen

Handig voor je LinkedIn-routine:

Hoe vaak moet ik connectieverzoeken versturen? Niet meer dan 10-15 per week. LinkedIn houdt dit bij en kan je account beperken als je te veel verzoeken verstuurt die worden afgewezen.

Wat doe ik als iemand niet reageert op mijn connectieverzoek? Niets. Stuur geen herinneringen. Als ze geïnteresseerd zijn, accepteren ze. Anders niet. Ga door naar de volgende.

Moet ik altijd een persoonlijk bericht sturen bij connectieverzoeken? Ja, vooral bij mensen die je niet kent. Een standaard verzoek heeft veel minder kans om geaccepteerd te worden.

Hoe herken ik spam-connectieverzoeken? Lege profielen, geen profielfoto, geen connecties, of profielen met alleen maar verkooptaal. Gewoon lekker afwijzen.

Wat als mijn netwerk niet actief is op LinkedIn? Dan zoek je het verkeerde netwerk. Ga naar events, volg cursussen, doe mee aan vakgroepen. Bouw een netwerk op van mensen die wel actief zijn.

Kan ik deze routine automatiseren? Gedeeltelijk. Content planning kan. Maar persoonlijke interacties moeten echt persoonlijk blijven. Anders verlies je de menselijke connectie.

Hoeveel connecties heb ik nodig voor een goed netwerk? Kwaliteit boven kwantiteit. 500 relevante, actieve connecties zijn meer waard dan 5000 mensen die nooit iets doen.

Moet ik iedereen terugvolgen die mij volgt? Nee. Volg alleen mensen die waarde toevoegen aan je feed. Je tijd is beperkt, besteed ‘m aan content die je helpt groeien.

Context AI prompts: waarom AI meer informatie nodig heeft voor betere resultaten

context AI prompts

Vorige week zat ik een mail te schrijven voor een klant. Relaxte ondernemer, hebben al jaren een goede werkrelatie. We communiceren direct en persoonlijk. En dat zie je ook terug in de teksten die ik voor hem schrijf.

Ik dacht: laat ik ChatGPT eens vragen om een concept. Laten we eens testen wat ChatGPT ervan maakt. Wat is resultaat en hoe kunnen we dat stap voor stap verdiepen voor een beter resultaat. Dus zonder context in mijn AI prompt type ik: “Schrijf een e-mail over de vertraging van het project.”

Het resultaat? Een perfect geformuleerd, volledig steriel zakelijk schrijven. Compleet met zinnen als “Wij hopen u hiermee van dienst te zijn geweest” en “Mocht u nog vragen hebben, dan vernemen wij dit graag van u.”

Dit paste totaal niet bij de tone of voice van deze klant. Veel te formeel voor iemand die normaal gewoon “Hé!” als opening gebruikt en zakelijke updates houdt alsof hij met een vriend praat.

Dus ik probeerde het opnieuw: “Schrijf een informele e-mail over projectvertraging.”

Iets beter, maar nog steeds niet de stijl die ik wil. Derde poging: “Ik ben een freelance content specialist, schrijf voor een vaste klant met wie ik al jaren samenwerk. Schrijf een persoonlijke e-mail over een projectvertraging van een week.”

Nu werd het interessant. De toon was opeens veel natuurlijker. Vierde poging: “Ik ben een freelance content specialist, schrijf voor Jan van een marketingbureau waarmee ik al 3 jaar samenwerk. Het project loopt een week vertraging op door technische problemen. Ik wil eerlijk zijn over wat er gebeurd is en een nieuwe deadline geven. Mijn stijl: direct, persoonlijk, geen corporate taal.”

Bingo. Dit was een mail die ik kon versturen.

Het probleem? AI wist niet wie ik was, voor wie ik schreef, of hoe we normaal communiceren. Ik had alleen gevraagd: “Schrijf een e-mail over de vertraging van het project.”

Dat was het moment dat ik begreep: context is niet optioneel. Het is essentieel. Hoe meer context je geeft, hoe beter AI je kan helpen. Net als een nieuwe collega die steeds beter wordt naarmate hij je beter leert kennen.

TL;DR – De 3 belangrijkste punten

  • Context in AI prompts is de ontbrekende puzzelstukjes die AI nodig heeft om relevante output te geven die bij jouw situatie past
  • Zonder context krijg je generieke antwoorden die klinken alsof ze door een robot zijn geschreven (en dat zijn ze ook)
  • Met de juiste context wordt AI je persoonlijke expert die precies begrijpt wat je nodig hebt en hoe je dat wilt zeggen

Wat is context in AI prompts eigenlijk?

Context is alle achtergrondinformatie die AI nodig heeft om jou te begrijpen. Denk aan een nieuwe collega die net begint. Die weet ook niet hoe jullie intern communiceren, wat voor klanten jullie hebben, of wat de bedrijfscultuur is.

Het verschil? Een nieuwe collega leert dat vanzelf door mee te luisteren, te observeren en vragen te stellen. AI kan dat niet. Die zit vast in een digitale bubbel zonder toegang tot jouw hoofd, je bedrijf, of de situatie waarin je zit.

Daarom gaat AI standaard uit van gemiddelden. Vraag je om een e-mail? Je krijgt een standaard zakelijke e-mail. Vraag je om een LinkedIn post? Je krijgt een gemiddelde LinkedIn post. Vraag je om een blogintro? Je krijgt wat de meeste mensen waarschijnlijk verwachten.

Dit fenomeen wordt ook wel “statistical text generation” genoemd – OpenAI’s eigen onderzoek toont aan dat grote taalmodellen werken op basis van patronen in trainingsdata, niet op begrip van context.

En dat is precies het probleem. Jij bent niet gemiddeld. Jouw klanten zijn niet gemiddeld. Jouw situatie is niet gemiddeld.

Laat me je een voorbeeld geven. Stel, ik vraag twee mensen om een e-mail te schrijven over een vertraagd project:

Persoon A: Werkt bij een corporate consultancy, schrijft voor een grote klant, formele relatie
Persoon B:
Runt een webdesign bureau, schrijft voor een vaste klant waarmee hij al jaren samenwerkt

Denk je dat die twee dezelfde e-mail zouden schrijven? Natuurlijk niet. Maar AI wel – tenzij je context meegeeft.

De 5 soorten context voor betere AI prompts - context AI prompts

De 5 soorten context voor betere AI prompts

1. Wie ben jij? (Rol & Expertise)

Dit is de basis. AI moet weten vanuit welke rol je spreekt. Ben je een freelancer, een consultant, een bedrijfseigenaar? Werk je in IT, marketing, of de bouw? Hoe lang doe je dit al?

Waarom dit belangrijk is: AI past daar zijn toon, complexiteitsniveau en voorbeelden op aan. Een junior marketeer krijgt andere adviezen dan een senior consultant. Een IT-specialist krijgt andere voorbeelden dan een grafisch ontwerper.

❌ Slecht voorbeeld: “Schrijf een e-mail over een vertraagd project”

✅ Goed voorbeeld: “Ik ben een freelance webdesigner met 8 jaar ervaring. Schrijf een e-mail over een vertraagd project”

Zie je het verschil? In het tweede geval weet AI dat het niet hoeft uit te leggen wat webdesign is, dat je waarschijnlijk direct kunt communiceren, en dat je weet waar je het over hebt.

2. Voor wie schrijf je? (Doelgroep)

Dit is waar veel mensen de fout in gaan. Ze denken: “Ik schrijf voor een klant” en laten het daarbij. Maar wat voor klant? Een multinational of een eenmanszaak? Iemand die al jaren met je samenwerkt of een nieuwe prospect? Iemand die technisch onderlegd is of juist niet?

De doelgroep bepaalt alles: welke toon je gebruikt, welke voorbeelden je geeft, hoe gedetailleerd je wordt, zelfs welke woorden je vermijdt.

Onderzoek van de Universiteit van Amsterdam toont aan dat aangepaste communicatie tot 40% effectiever is dan generieke berichten.

❌ Slecht voorbeeld: “Schrijf een LinkedIn post over tijdmanagement voor ondernemers”

✅ Goed voorbeeld: “Schrijf een LinkedIn post over tijdmanagement voor ondernemers in de bouw die worstelen met administratie naast hun praktische werk. Mensen die liever met hun handen werken dan achter een computer zitten.”

In het tweede geval snapt AI dat het niet moet beginnen over fancy apps en digitale dashboards, maar over praktische, simpele oplossingen die echt werken voor deze doelgroep.

3. Wat is de situatie? (Omstandigheden)

Context gaat niet alleen over wie je bent en voor wie je schrijft. Het gaat ook over de situatie waarin je zit. Is het urgent? Gevoelig? Formeel? Een follow-up na een teleurstellende meeting? De lancering van iets nieuws?

De situatie bepaalt hoe je je boodschap brengt. Dezelfde informatie deel je heel anders in een crisissituatie dan in een relaxte update.

❌ Slecht voorbeeld: “Schrijf een e-mail over de status van het project”

✅ Goed voorbeeld: “Schrijf een e-mail over de status van het project. Situatie: de deadline is vorige week gemist door technische problemen, de klant is gefrustreerd, en ik moet uitleggen wat er gebeurd is en wanneer het wel klaar is.”

Nummer twee geeft AI alle informatie om de juiste toon te vinden: verantwoordelijkheid nemen, empathie tonen, maar wel professioneel blijven en vertrouwen geven.

4. Wat is het doel? (Gewenste uitkomst)

Hier wordt het interessant. Wat wil je bereiken met je tekst? Informatie geven? Iemand overtuigen? Vertrouwen opbouwen? Een relatie herstellen? Een probleem oplossen?

Zonder doel schrijft AI informatief. Maar misschien heb je helemaal geen informatie nodig. Misschien wil je dat iemand ja zegt op je voorstel. Of dat een boze klant weer vertrouwen krijgt. Of dat mensen reageren op je LinkedIn post.

❌ Slecht voorbeeld: “Schrijf een e-mail over ons nieuwe pakket”

✅ Goed voorbeeld: “Schrijf een e-mail over ons nieuwe pakket. Doel: bestaande klanten warm maken voor een upgrade. Ik wil dat ze nieuwsgierig worden en een gesprek inplannen.”

Met het doel erbij wordt je tekst veel gerichter. AI weet nu dat het niet alleen moet informeren, maar ook moet verleiden en een duidelijke vervolgstap moet geven.

5. Wat is jouw stijl? (Toon & Benadering)

Dit is misschien wel het belangrijkste. Jij communiceert op jouw manier. Sommigen zijn formeel, anderen juist heel relaxt. Sommigen gebruiken veel voorbeelden, anderen zijn kort en bondig. Sommigen maken graag een grapje, anderen houden het serieus.

Zonder deze context klinkt alles wat AI schrijft hetzelfde. En dat is niet wat je wilt.

❌ Slecht voorbeeld: “Schrijf een LinkedIn post over het belang van goede communicatie”

✅ Goed voorbeeld: “Schrijf een LinkedIn post over het belang van goede communicatie. Mijn stijl: direct, persoonlijk, geen corporate taal. Ik begin graag met een concrete situatie of voorbeeld uit mijn eigen ervaring. Geen marketing jargon, gewoon zoals ik praat.”

Nu krijg je een post die klinkt alsof jij hem geschreven hebt, niet alsof hij uit een marketinghandboek komt.

Context AI prompts in de praktijk: zo werkt het echt

Laat me je drie voorbeelden geven van hetzelfde onderwerp, maar met verschillende context. Dan zie je het verschil.

Voorbeeld 1: LinkedIn post over tijdmanagement

❌ Slechte prompt: “Schrijf een LinkedIn post over tijdmanagement”

Resultaat: Een generieke post vol clichés over prioriteiten stellen en to-do lijstjes maken. Kan door iedereen geschreven zijn, zegt niets nieuws.

✅ Goede prompt: “Ik ben een freelance marketing consultant die vooral met kleine bedrijven werkt. Schrijf een LinkedIn post over tijdmanagement voor ondernemers die zelf alles proberen te doen. Mijn stijl: direct, persoonlijk, begin met een herkenbare situatie. Doel: dat ze beseffen dat ze hulp nodig hebben en misschien mijn diensten overwegen.”

Resultaat: Een post die begint met “Gisteren sprak ik een ondernemer die om 23:00 nog facturen zat te maken…” en eindigt met concrete tips plus een subtiele hint dat outsourcen misschien een optie is.

Voorbeeld 2: Klant e-mail over vertraging

❌ Slechte prompt: “Schrijf een e-mail over vertraging van het project”

Resultaat: Een stijve, formele e-mail vol excuses maar zonder echte oplossing. Klinkt alsof het door een callcenter is geschreven.

✅ Goede prompt: “Ik ben een webdesigner, werk al 2 jaar met deze klant (een familiebedrijf). Het project loopt 1 week vertraging op door technische problemen met hun oude systeem. Ze zijn gefrustreerd maar we hebben een goede relatie. Mijn stijl: direct, eerlijk, geen corporate taal. Doel: uitleggen wat er gebeurd is, nieuwe deadline geven, vertrouwen behouden.”

Resultaat: Een persoonlijke e-mail die begint met “Hé Jan, ik moet je helaas vertellen dat we een week later zijn dan gepland…” en eindigt met concrete stappen en een eerlijke uitleg.

Voorbeeld 3: Blogintro over SEO

❌ Slechte prompt: “Schrijf een intro voor een blog over SEO”

Resultaat: Een saaie intro vol SEO-jargon die begint met “SEO is belangrijk voor je website” en verder alle clichés opsomt.

✅ Goede prompt: “Ik schrijf voor ondernemers die wel weten dat SEO belangrijk is maar er geen tijd voor hebben. Schrijf een intro voor een blog over SEO. Mijn stijl: toegankelijk, geen jargon, begin met een herkenbare frustratie. Doel: dat ze blijven lezen en beseffen dat SEO niet zo ingewikkeld hoeft te zijn.”

Resultaat: Een intro die begint met “Vorige week googelde een klant van me zijn eigen bedrijfsnaam. Hij stond op pagina 3…” en lezers direct laat denken “Shit, dat herken ik.”

Praktische tips voor context in AI prompts

Begin met een context-profiel

Maak voor jezelf een standaard context-profiel dat je kunt herbruiken. Zoiets als:

“Ik ben [je rol], werk vooral met [doelgroep], en mijn stijl is [beschrijving van hoe je communiceert]. Ik ben [formeel/informeel], gebruik [wel/geen] vakjargon, en begin graag met [concrete voorbeelden/verhalen/directe statements].”

Dit profiel plak je bovenaan elke prompt waar je persoonlijke teksten voor nodig hebt. Scheelt tijd en zorgt voor consistentie.

Wees concreet over je doelgroep

Zeg niet “ondernemers” maar “ondernemers in de bouw met 5-20 werknemers die worstelen met administratie”. Zeg niet “klanten” maar “bestaande klanten die al twee jaar met me samenwerken maar nog nooit dit pakket hebben afgenomen”.

Hoe concreter, hoe beter AI je kan helpen.

Laat AI je stijl leren

Geef voorbeelden van je eigen werk. Zeg bijvoorbeeld: “Hier is een e-mail die ik eerder schreef: [voorbeeld]. Schrijf de nieuwe e-mail in dezelfde stijl.”

AI leert snel van voorbeelden. Veel sneller dan van beschrijvingen. Dit wordt ook wel “few-shot learning” genoemd – een techniek die Stanford’s AI-onderzoek als zeer effectief bestempelt voor het aanleren van specifieke stijlen.

Update je context als de situatie verandert

Als je normaal informeel bent maar nu een formele brief moet schrijven, vertel dat. Als je normaal schrijft voor ervaren professionals maar nu voor beginners, pas je context aan.

Context is niet statisch. Het verandert per situatie.

De 3 grootste contextfouten - context AI prompts

De 3 grootste contextfouten (en hoe je ze vermijdt)

Fout 1: Te veel context tegelijk geven

Sommigen denken: veel context is goed, dus heel veel context is nog beter. Maar AI kan overweldigd raken door te veel informatie tegelijk.

❌ Zo niet: Een prompt van 300 woorden met je hele levensverhaal, bedrijfsgeschiedenis, en filosofie over communicatie.

✅ Zo wel: Begin met basiscontext, kijk naar het resultaat, en voeg meer context toe als het nodig is.

Fout 2: Veronderstellen dat AI het wel snapt

Wat voor jou logisch is, is niet automatisch logisch voor AI. Bijvoorbeeld: “Schrijf een e-mail voor mijn klant” terwijl je in je hoofd precies weet welke klant, welke situatie, en wat je doel is.

❌ Zo niet: Aannemen dat AI jouw gedachten kan lezen.

✅ Zo wel: Expliciet maken wat je in je hoofd hebt. Ook al lijkt het overdreven.

Fout 3: Context vergeten bij follow-up prompts

AI heeft geen geheugen tussen verschillende gesprekken. Start je een nieuwe chat? Dan is alle context weg.

❌ Zo niet: In een nieuwe chat zeggen “Pas die e-mail van gisteren aan” zonder context.

✅ Zo wel: Elke nieuwe chat beginnen met je basis context, ook al heb je die gisteren al gegeven.

Context is investering, geen verspilling

Misschien denk je: dit kost veel tijd, al die context toevoegen aan mijn AI prompts. Maar het is een investering. Een paar minuten extra context geeft je urenlang beter resultaat.

Zonder context krijg je generieke output die je nog moet aanpassen. Met context krijg je direct bruikbare teksten die klinken alsof jij ze geschreven hebt.

Plus: als je eenmaal je standaard context-profiel hebt, hoef je dat alleen maar te kopiëren en aan te passen voor de specifieke situatie.

Context is niet het probleem. Context is de oplossing.

Wil je meer leren over effectief prompting? Anthropic’s prompting guide en OpenAI’s best practices geven diepere inzichten in hoe AI-systemen het beste werken.

Wat is een prompt? Hoe schrijf je een goede prompt? Veelgestelde vragen - Prompt fouten | - Veelgestelde vragen over LinkedIn etiquette Spelling, spellingsfouten hoe lezen mensen teksten, vacaturetekst schrijven, zakelijk schrijven, doelgroep bepalen, LinkedIn algoritme 2025, LinkedIn netwerken routine - /en/docs/build-with-claude/prompt-engineering/overview#prompting-vs-finetuning

Veelgestelde vragen

Hoeveel context moet je geven aan AI?

Genoeg om de situatie te begrijpen, niet zo veel dat het verwarrend wordt. Een vuistregel: 3-5 zinnen basiscontext (wie, wat, voor wie, doel) plus specifieke situatie-informatie. Test wat werkt voor jouw type prompts.

Kan je te veel context geven?

Ja, AI kan overweldigd raken door te veel informatie tegelijk. Begin met de belangrijkste context en voeg meer toe als het resultaat nog niet goed genoeg is. Bouw het geleidelijk op.

Moet je elke keer dezelfde context geven?

Binnen een gesprek onthoudt AI de context. Maar start je een nieuwe chat? Dan moet je de context opnieuw geven. Maak daarom een standaard context-profiel dat je kunt herbruiken.


Gemist?


LinkedIn etiquette: wat wel en niet doen (zonder je voor schut te zetten)

LinkedIn posts die niet werken - LinkedIn algoritme 2025 - LinkedIn etiquette, LinkedIn netwerken routine

LinkedIn etiquette. Klinkt als een cursus die je moeder je zou laten volgen. Maar even serieus: er zijn mensen die denken dat LinkedIn Facebook is. En anderen die doen alsof het een begrafenis is. Beide hebben het mis.

Laat me je een geheimpje vertellen: LinkedIn etiquette draait niet om beleefdheid. Het draait om niet irritant zijn. Groot verschil.

Vorige week nog zag ik iemand die zijn complete vakantieverhaal deelde. Met foto’s van cocktails. En de week daarvoor kreeg ik een connectie-verzoek van iemand die alleen maar “Hoi” had getypt. Geen naam. Geen reden. Gewoon “Hoi”.

Dat soort dingen zorgen ervoor dat je wordt weggeklad. Niet omdat je onbeleefd bent, maar omdat je niet snapt waar je bent.

Waarom LinkedIn etiquette anders is dan je denkt

LinkedIn is geen Facebook. Maar het is ook geen sollicitatiegesprek. Het zit ergens tussenin. Een professionele borrel waar je nieuwe mensen ontmoet, kennis deelt, en jezelf laat zien zonder te koop te lopen.

De meeste LinkedIn gedragsregels gaan over één ding: respect voor andermans tijd. Niet meer, niet minder. LinkedIn’s eigen onderzoek toont aan dat professionals gemiddeld 17 minuten per dag op het platform spenderen – vooral voor zakelijke doeleinden.

Want iedereen die op LinkedIn zit, zit daar tijdens werktijd. Of in hun vrije tijd om hun carrière vooruit te helpen. Niemand wil hun tijd verspillen aan jouw irrelevante content of spammende berichten.

De 5 grootste LinkedIn etiquette fouten (en hoe je ze herkent)

1. De spam-connectie

Wat je niet doet: Connectie-verzoeken sturen zonder bericht. Of erger: met een standaard verkooppraatje.

Herken je dit? “Hoi [naam], ik help bedrijven met [jouw dienst]. Zullen we connecten?”

Waarom het irritant is: Je toont dat je niet hebt gekeken naar wie je een verzoek stuurt. Het is de digitale versie van iemand onderbreken tijdens het eten om je verzekeringspolissen te verkopen.

2. De aandachtsgraaier

Wat je niet doet: Posts schrijven die puur bedoeld zijn om reacties te krijgen. Zonder echte waarde.

Herken je dit? “Wat vind jij van AI? Reageer hieronder!” (En dan verder niets.)

Waarom het irritant is: Je vraagt mensen om hun expertise te delen, maar geeft zelf niets terug. Het is nemen zonder geven. Onderzoek van Hootsuite laat zien dat posts met concrete inzichten 3x meer engagement krijgen dan vage vragen.

3. De motivational quote-spammer

Wat je niet doet: Elke dag een motivational quote posten zonder eigen toevoeging.

Herken je dit? “De enige manier om geweldig werk te doen is door van je werk te houden. – Steve Jobs”

Waarom het irritant is: Je voegt niets toe aan het gesprek. LinkedIn wordt overstroomd met dezelfde quotes. Mensen willen jouw perspectief, niet dat van Steve Jobs (weer). LinkedIn’s eigen richtlijnen adviseren om persoonlijke inzichten toe te voegen aan gedeelde content.

4. De cv-dumper

Wat je niet doet: Je complete werkervaring opsommen in je posts.

Herken je dit? “Vandaag 5 jaar geleden startte ik bij [bedrijf]. Toen deed ik [taak], daarna [andere taak], en nu doe ik [huidige taak].”

Waarom het irritant is: Niemand wacht op je autobiografie. Je profiel is al je cv. Posts zijn voor inzichten, niet voor geschiedenis.

5. De DM-verkoper

Wat je niet doet: Direct na een connectie een verkoopbericht sturen.

Herken je dit? “Hoi [naam], bedankt voor de connectie! Ik help bedrijven met [dienst]. Heb je daar interesse in?”

Waarom het irritant is: Je behandelt LinkedIn als een leadmachine in plaats van een netwerkplatform. Het is als iemand de hand schudden en meteen vragen of ze iets willen kopen.

LinkedIn connectie etiquette: zo doe je het goed

Een goede connectie-aanvraag heeft drie onderdelen:

  1. Waarom je wilt connecten (niet verkopen)
  2. Hoe je die persoon hebt gevonden (context)
  3. Wat je eventueel kunt betekenen (optioneel)

Voorbeelden die werken:

Voor iemand die je interessant vindt: “Hoi [naam], ik las je post over [onderwerp] en herkende veel van wat je schreef. Zou graag connecten om je content te blijven volgen.”

Voor iemand uit je branche: “Hoi [naam], ik zag dat je ook in [industrie] werkt. Altijd leuk om collega’s te leren kennen. Zou graag connecten!”

Voor iemand die je hebt ontmoet: “Hoi [naam], leuk je vandaag te hebben ontmoet op [event]. Zou graag connecten om het gesprek voort te zetten.”

Wat je nooit doet:

  • Geen bericht sturen (lazy)
  • Standaard verkooppraatje (spam)
  • Alleen “Hoi” typen (nutteloos)
  • Connecten zonder reden (waarom?)

Reageren op posts: de ongeschreven regels

LinkedIn comments zijn geen Twitter. Je hebt meer ruimte. Gebruik die.

Wel doen:

Voeg iets toe aan het gesprek: “Interessant punt over [onderwerp]. Ik zie hetzelfde in mijn praktijk, vooral bij [specifiek voorbeeld].”

Stel een doordachte vraag: “Hoe pak je dat aan als je te maken hebt met [specifieke situatie]?”

Deel een ervaring: “Dit herken ik. Vorig jaar hadden we hetzelfde probleem. Wat bij ons werkte was [concrete oplossing].”

Niet doen:

Één-woord-reacties: “Interessant!” (Voeg wat toe. Waarom interessant?)

Zelfpromotie: “Precies! Daarom help ik bedrijven met [jouw dienst].” (Niemand vroeg ernaar.)

Discussie zoeken: “Hier ben ik het totaal niet mee eens omdat [lange rant].” (Je mag het oneens zijn, maar blijf respectvol.)

Wat je nooit moet doen in DM’s

LinkedIn DM’s zijn krachtig. Maar ook gevaarlijk. Eén verkeerd bericht en je wordt geblokt. HubSpot’s LinkedIn Marketing Report toont dat 76% van de professionals direct messages van vreemden als spam ervaren wanneer er meteen wordt verkocht.

De gouden regels:

  1. Verkoop nooit meteen – Bouw eerst een relatie op
  2. Personaliseer altijd – Laat zien dat je hun profiel hebt bekeken
  3. Houd het kort – Niemand leest lange berichten
  4. Voeg waarde toe – Deel iets nuttigs, vraag niet alleen

Voorbeelden die werken:

Na een connectie: “Hoi [naam], bedankt voor de connectie! Ik volg je content al een tijdje – vooral je post over [onderwerp] vond ik sterk.”

Om contact te leggen: “Hoi [naam], ik zag je reactie op [post] en dacht: die heeft verstand van zaken. Zou je interesse hebben in een koffie om ervaringen uit te wisselen?”

Om waarde toe te voegen: “Hoi [naam], ik kwam dit artikel tegen over [onderwerp] en dacht meteen aan je post van vorige week. Misschien interessant: [link]”

LinkedIn etiquette voor beginners vs professionals

Als je net begint:

  • Luister meer dan je praat – Reageer op posts voordat je zelf gaat posten
  • Volg interessante mensen – Leer van hun content en aanpak
  • Wees jezelf – Doe niet alsof je meer ervaring hebt dan je hebt
  • Stel vragen – Mensen helpen graag beginnende professionals
  • Gebruik LinkedIn LearningGratis cursussen over professioneel netwerken

Als je ervaren bent:

  • Help anderen – Reageer op vragen van mensen die beginnen
  • Deel kennis – Niet alleen meningen, maar concrete inzichten
  • Maak verbindingen – Stel mensen aan elkaar voor (LinkedIn’s referral functie helpt hierbij)
  • Wees toegankelijk – Blijf benaderbaar ondanks je expertise

De belangrijkste LinkedIn etiquette regel

Hier is de belangrijkste regel: behandel LinkedIn zoals een professionele borrel.

Je zou ook niet naar een networkevent gaan om alleen maar over jezelf te praten. Of om direct je diensten te verkopen aan iedereen die je ontmoet. Of om motivational quotes voor te lezen.

Je gaat erheen om mensen te ontmoeten. Om te luisteren. Om te helpen waar je kunt. En om gezien te worden als iemand die weet waar hij of zij over praat.

Dat is LinkedIn etiquette. Niet moeilijker dan dat.

Samenvattend:

  • Respecteer andermans tijd
  • Voeg waarde toe in plaats van te nemen
  • Wees jezelf, maar dan de professionele versie
  • Luister meer dan je praat
  • Help anderen waar je kunt

Doe je dat? Dan zit je goed. En als je twijfelt: vraag jezelf af of je hetzelfde zou doen op een professionele borrel. Het antwoord zegt genoeg.


Wat is een prompt? Hoe schrijf je een goede prompt? Veelgestelde vragen - Prompt fouten | - Veelgestelde vragen over LinkedIn etiquette Spelling, spellingsfouten hoe lezen mensen teksten, vacaturetekst schrijven, zakelijk schrijven, doelgroep bepalen, LinkedIn algoritme 2025

Veelgestelde vragen over LinkedIn etiquette

Mag ik mensen connecten die ik niet ken? Ja, maar stuur altijd een persoonlijk bericht erbij. Leg uit waarom je wilt connecten en hoe je hen hebt gevonden. Blind connecten zonder reden is irritant.

Hoe vaak mag ik posten zonder spam te worden? Er is geen magisch getal. Kwaliteit gaat boven kwantiteit. Liever één goede post per week dan vijf saaie posts per dag. Als je elke dag iets waardevols te zeggen hebt, post dan elke dag.

Wanneer mag ik iemand een DM sturen? Altijd, maar verkoop nooit meteen. Wacht minimaal een week na een connectie. Voeg eerst waarde toe door hun posts te liken of erop te reageren.

Mag ik reageren op posts van mensen waar ik niet mee geconnecteerd ben? Absoluut! Reageren op posts is een van de beste manieren om nieuwe connecties te maken. Zorg dat je reactie waarde toevoegt aan het gesprek.

Hoe vraag ik om een LinkedIn aanbeveling? Persoonlijk en specifiek. Vertel waarom je die persoon vraagt, voor welke rol je de aanbeveling nodig hebt, en bied aan om er ook een terug te schrijven.

Mag ik LinkedInposts delen in WhatsApp-groepen? Alleen als het relevant is voor die groep. Deel niet zomaar al je posts overal – dat is spam. Denk na: zou de groep hier echt waarde uit halen?

Wat doe ik als iemand me spamt in de DM’s? Negeer het eerste bericht. Bij herhaalde spam: blokkeer zonder pardon. Je tijd is te kostbaar voor irritante verkopers.

Mag ik LinkedIn gebruiken voor het vinden van medewerkers? Ja, maar doe het slim. Zoek niet alleen naar CV’s, maar naar mensen die interessante content delen. Benader kandidaten persoonlijk, niet met standaard rekruteringsberichten.

Hoe reageer ik op negatieve comments op mijn posts? Blijf professioneel. Erken het punt als het terecht is, leg uit als het een misverstand is, en negeer als het alleen maar negativiteit is. Verwijder alleen bij echte trolls.

Mag ik persoonlijke zaken delen op LinkedIn? Ja, maar alleen als het relevant is voor je professionele verhaal. Je promotie? Prima. Je vakantie? Alleen als er een zakelijke les aan vastzit. Je politieke mening? Denk drie keer na.


Heb je vragen over LinkedIn etiquette of wil je hulp bij het optimaliseren van je LinkedIn strategie? Ik help je graag!

Je hebt 7 seconden. Gebruik ze slim.

hoe lezen mensen teksten - je hebt 7 seconden om hun aandacht te trekken

Je denkt dat mensen je tekst lezen. Dat doen ze niet.

Ze scannen. In 7 seconden beslissen ze of het relevant is. Of ze blijven plakken. Of doorklikken naar iets anders.

Want dat is hoe het brein werkt. Efficiënt. Zonder pardon.

Wat gebeurt er in die 7 seconden?

Je ogen landen op een tekst. Binnen een fractie van een seconde scant je brein:

  • Is dit relevant voor mij?
  • Kan ik dit snel verwerken?
  • Is er iets wat mijn aandacht trekt?

Geen tijd voor zinnen van begin tot eind lezen. Geen geduld voor mooie overgangen. Puur survival-mode.

Je brein zoekt naar signalen. Woorden die eruit springen. Structuur die houvast geeft. Rust die verwerkbaar is.

hoe lezen mensen teksten - F-patroon, eyetracking

Het F-patroon: jouw tekst onder de scanner

Eyetracking onderzoek toont het keer op keer aan. Mensen lezen in een F-patroon:

Eerste regel: Van links naar rechts. Volledig. Tweede regel: Weer van links naar rechts. Maar korter. Daarna: Alleen nog de linkerkant. Zoekend naar signalen.

Daarom werken bullets. Daarom zijn eerste woorden van alinea’s cruciaal. Daarom vallen lange lappen tekst af.

Het is geen luiheid. Het is efficiëntie.

Waarom je brein zo werkt

Terug naar 10.000 jaar geleden. Jij bent jager-verzamelaar. In de verte zie je beweging. Je brein moet binnen seconden bepalen:

Prooi of roofdier? Kans of gevaar? Actie of doorlopen?

Die hardware zit nog steeds in je hoofd. Elke tekst, elke website, elke e-mail wordt gescand als een potentieel gevaar of een mogelijke kans.

Relevant = overleven. Irrelevant = wegklikken.

Zo speel je het slim

1. Koppen die klikken

Niet: “Inleiding tot onze nieuwe werkwijze” Wel: “Drie dingen die vanaf morgen anders zijn”

2. Eerste zinnen tellen dubbel

Elke alinea begint met je boodschap. Niet met een mooie overgang. Met de kern.

3. Witruimte is je vriend

Lange lappen tekst = mentale muur. Korte blokken = hapklare brokken.

4. Maak het scanbaar

  • Bullets zoals deze
  • Vetgedrukte kernwoorden
  • Subkoppen die verhaal vertellen
hoe lezen mensen teksten - Belonen

5. Beloon de scanner

Geef in die eerste 7 seconden een voorproefje van wat komt. Maak nieuwsgierig. Niet vaag.

Voor en na: hetzelfde verhaal, andere impact

Voor: “In het kader van onze verbetertraject hebben wij een analyse gemaakt van de huidige werkprocessen. Uit deze analyse blijkt dat er verschillende knelpunten zijn geïdentificeerd die een negatieve impact hebben op de efficiëntie van onze dagelijkse werkzaamheden. Wij stellen daarom voor om een aantal aanpassingen door te voeren die zullen resulteren in een optimalisatie van de workflow.”

Na:Drie problemen die jullie werk vertragen:

  • Teveel vergaderingen zonder duidelijk doel
  • Onduidelijke prioriteiten bij deadlines
  • Dubbel werk door slechte afstemming

Oplossing: Nieuwe werkafspraken vanaf volgende week. Concreet en simpel.”

Zie je het verschil? Hetzelfde verhaal. Maar de tweede versie respecteert die 7 seconden.

De kunst van het weglaten

Hier komt de pijn: je mooiste zinnen zijn vaak je grootste vijand.

Die perfect geformuleerde overgang? Weg ermee. Die genuanceerde uitleg? Korter. Die elegante woordkeuze? Simpeler.

Het gaat niet om mooie teksten. Het gaat om teksten die werken.

Jouw 7-seconden-test

Volgende keer als je een tekst hebt geschreven, doe dit:

  1. Knijp je ogen half dicht en kijk naar je tekst
  2. Wat zie je het eerst? Dat bepaalt of mensen blijven lezen
  3. Scan je eigen tekst in 7 seconden – begrijp je de kern?
  4. Markeer woorden die eruit springen – zijn dat de juiste?

Als je eigen tekst de 7-seconden-test niet doorstaat, waarom zou die van een ander het dan wel doen?


De bottomline: Je brein scant eerst, leest later. Respecteer dat. Maak je teksten scanbaar. Geef lezers houvast in die eerste cruciale seconden.

Want die 7 seconden bepalen of je boodschap aankomt. Of verdwijnt in de digitale ruis.

Gebruik ze slim.

Wat is een prompt? Hoe schrijf je een goede prompt? Veelgestelde vragen - Prompt fouten | Spelling, spellingsfouten

hoe lezen mensen teksten

Veelgestelde vragen

Waarom scannen mensen in plaats van lezen? Ons brein is geëvolueerd om snel gevaar en kansen te herkennen. Die ‘software’ gebruiken we nog steeds bij teksten. Scannen is overleven.

Betekent dit dat lange teksten niet meer werken? Nee, maar ze moeten wel scanbaar zijn. Gebruik subkoppen, bullets en korte alinea’s. Geef lezers rustpunten.

Hoe test ik of mijn tekst scanbaar is? Knijp je ogen half dicht en kijk naar je tekst. Wat zie je het eerst? Dat bepaalt of mensen blijven lezen. Scan je eigen tekst in 7 seconden – begrijp je de kern?

Moet ik al mijn mooie zinnen weggooien? Niet allemaal, maar wel die zonder functie. Elke zin moet scanners verder helpen of stoppers laten blijven lezen.

Werkt dit ook voor formele teksten? Zeker. Ook juristen, artsen en consultants hebben maar 7 seconden. Maak je expertise scanbaar zonder het te verarmen.

Iedereen gebruikt AI. Maar niemand geeft het toe.

AI-woorden herkennen - AI gebruik op het werk

Waarom niemand durft te zeggen dat ze ChatGPT gebruiken

Vanochtend las ik een column van Frederik Anseel in De Tijd. Hij beschrijft hoe medewerkers massaal AI gebruiken, maar er liever niet voor uitkomen. Niet op kantoor, niet op Slack, niet in vergaderingen. Waarom? Omdat we bang zijn dat het ons minder geloofwaardig maakt. En omdat we geen idee hebben wat de spelregels zijn.

Hij verwijst naar recent onderzoek van Schilke & Reimann (2025), dat het pijnlijke effect blootlegt: hoe eerlijker je bent over je AI-gebruik, hoe minder mensen je lijken te vertrouwen. Niet omdat je liegt — maar juist omdat je het vertelt. Transparantie over AI wérkt dus averechts. Ai.

En eerlijk? Ik herkende het meteen.

We gebruiken het allemaal. Even een tekst laten aanscherpen. Een idee laten verwoorden. Een concept mailen naar ChatGPT met de vraag: “Maak dit scherper, zonder de menselijke toon kwijt te raken.” En ja, het werkt. Razendsnel. Spot-on. En toch… houden we het stil.


TL;DR

🤐 Waarom we zwijgen

AI helpt. Maar de angst zit diep. Angst dat je lui lijkt. Dat je je werk ‘niet zelf doet’. Dat collega’s denken: “Heb jij dat echt zelf geschreven?”

Uit het onderzoek van Schilke & Reimann blijkt: wie openlijk toegeeft dat AI meeschrijft, wordt als minder betrouwbaar gezien. Alsof technologie afdoet aan je vakmanschap. Zelfs als je het eerlijk meldt. En als iemand anders het verklapt? Dan is het nog erger.

Frederik Anseel noemt het treffend: we gebruiken ChatGPT liever in het geniep. Omdat openheid ons kwetsbaar maakt. En omdat we geen flauw idee hebben wat de regels zijn.


🧠 AI is niet het probleem. Wij zijn het.

Het ironische is: we zeggen wél dat we innovatie belangrijk vinden. Dat we willen experimenteren. Dat technologie ons moet ondersteunen. Maar zodra iemand dat doet – en dat ook toegeeft – haken we af.

Niet omdat het oneerlijk voelt. Maar omdat we AI-gebruik nog steeds niet ‘legitiem’ vinden. We vertrouwen liever een tekst met spelfouten dan eentje die nét iets te soepel klinkt.


Zo gebruik ik AI

Voor de duidelijkheid: ik gebruik AI niet om mijn werk te vervangen, maar om het slimmer te doen.

  • Als sparringpartner bij het schrijven.
  • Als assistent die informatie sneller vindt dan ik ooit zou googelen.
  • Als geheugensteun, structuurhulp of ideeënversneller.

Ik heb zelfs AI-taken ingericht die me dagelijks op de hoogte houden van vakontwikkelingen. Niet omdat ik dat niet zelf kan — maar omdat ik wel iets beters te doen heb dan eindeloos scrollen.

Het maakt mijn werk niet minder waardevol. Het maakt míj waardevoller. Omdat ik tijd overhoud voor de dingen die er echt toe doen.


AI als steun bij creatieve chaos

Voor mij is AI meer dan een slimme tool. Het is ook houvast. Vooral als je, net als ik, een hoofd hebt dat altijd aanstaat. Waar ideeën over elkaar heen buitelen. Waar structuur niet vanzelf komt. Waar to-do’s verdwijnen voordat ze zijn opgeschreven — en focus pas landt als er écht druk op staat.

Maar als die focus er is (hallo deadline!), dan gaan we ook als een speer.

AI helpt me om al die losse gedachten wél vast te houden. Om ze per project te ordenen, terug te vinden wanneer ik ze nodig heb, en sneller tot de kern te komen. En misschien nog wel belangrijker: het helpt me om het gesprek met mezelf te voeren. Om opties af te wegen, ideeën aan te scherpen, strategieën uit te werken. Ik krijg feedback, tegengeluid, nuance — direct, zonder oordeel.

Het voelt alsof ik overzicht creëer zonder mezelf te hoeven afremmen.

En ook mijn werkkamer vaart er wel bij. De stapels notitieboekjes nemen zienderogen af. Dankzij AI — én mijn Remarkable. Digitaal schrijven, tekenen, krabbelen met het gevoel van papier. Serieus, dat ding is goud.


Tijd voor een cultuuromslag

Als we willen dat AI op een verantwoorde manier gebruikt wordt, moeten we stoppen met het geheimzinnige gedoe.

  • Maak duidelijke richtlijnen: wanneer is AI-gebruik oké?
  • Laat leidinggevenden het goede voorbeeld geven.
  • En vooral: stop met het idee dat authenticiteit betekent dat je alles zelf moet doen.

In onze bedrijven — Het Contentkantoor én het bedrijf dat ik samen met mijn partner run — stimuleren we bij onze medewerkers AI-gebruik juist. Niet als trucje, maar als hulpmiddel dat je werk beter maakt. Sneller. Slimmer. Doelgerichter. Het is wat mij betreft geen andere stap dan die van de typemachine naar de computer. Je wordt er geen slechtere professional van — integendeel.


✍️ Dus ja: ik gebruik ChatGPT

Niet voor alles. Niet zonder zelf te denken. Maar wel als sparringpartner. Als taalversneller. En soms als zetje om van blanco scherm naar eerste versie te komen.

Ik verstop het niet. En ik schaam me er niet voor. Integendeel: het maakt mijn werk beter — én menselijker. Want ik houd tijd over voor wat écht telt: luisteren, begrijpen, en verhalen schrijven die raken.

En ik gun dat anderen ook. Daarom maken we AI-gebruik bespreekbaar. Daarom helpen we onze mensen — en onze klanten — om AI op een slimme, eerlijke en effectieve manier in te zetten. Zonder poespas. Zonder angst. Gewoon als professioneel gereedschap, dat je werk ondersteunt in plaats van vervangt.

Wat is een prompt? Hoe schrijf je een goede prompt? Veelgestelde vragen - Prompt fouten

Veelgestelde vragen (ja, ook voor AI-sceptici 😉)

Is dit hele stuk door AI geschreven?
Nee. Wel meegelezen, meegedacht, gesuggereerd. Maar elke zin is zorgvuldig gekozen. Door mij.

Wat als klanten afhaken als ik AI gebruik?
Dan is het tijd voor nieuwe klanten. De goeie begrijpen dat het niet om de tool gaat, maar om wat je ermee maakt.

Mag ik jouw blog als voorbeeld gebruiken voor mijn eigen AI-transparantie?
Zeker. Wel zelf schrijven, hè. Of samen met een AI. Maar dan wél eerlijk vertellen.

Waarom AI-teksten vaak zó herkenbaar zijn (en hoe jij het beter doet)

AI-woorden herkennen - AI-teksten zijn vlak - smakeloos - één smaak vanille

AI is niet meer weg te denken uit het dagelijks werk van schrijvers, marketeers en ondernemers. Ook ik werk er regelmatig mee, al is het maar om sneller een eerste opzet te maken. En eerlijk is eerlijk: de opkomst van AI is fascinerend. Zeker als je, zoals ik, van taal houdt. Maar dat taalgevoel blijkt ook meteen de achilleshiel van AI.

Want wie goed oplet, merkt dat veel AI-teksten op elkaar lijken. Ze klinken slim, maar voorspelbaar. AI-woorden herkennen is dan ook een vaardigheid die steeds belangrijker wordt — zeker als je waarde hecht aan een eigen toon, stijl en zeggingskracht.

En wie een AI-tekst leest, merkt het meteen: die tekst is te netjes. Te gepolijst. Te perfect. Of juist: nét een beetje krom. AI heeft een eigen taalsmaak ontwikkeld — en die smaakt steeds meer naar vanille.

AI-woorden herkennen - AI-teksten zijn vlak - smakeloos - één smaak vanille

Taal zonder rafelranden

Een tekst geschreven door AI klinkt vaak als een schoolopstel met een heleboel woordjes uit de bonuslijst. Alles klopt. Maar het lééft niet.

Dat komt doordat AI schrijft op basis van waarschijnlijkheid. Het voorspelt steeds het volgende woord. Niet op basis van creativiteit of inzicht, maar op basis van statistiek. Geen gek idee, maar het mist de menselijke rafelranden: humor, twijfel, gekke woordspelingen, emotie.

Het gevolg? Je krijgt zinnen als:

  • “Laten we erin duiken.”
  • “In dit snel veranderende landschap…”
  • “Het is belangrijk om te overwegen…”

Allemaal zinnen die keurig klinken, maar ook generiek en zielloos. Je ziet ze in LinkedIn-posts, blogs, salespagina’s — en juist daardoor vallen ze op.

AI en de Nederlandse taal: een lastige match

Dat effect wordt nog sterker als de AI vertaalt naar het Nederlands. En dat doet hij graag. Alleen: onze taal laat zich niet zomaar in hokjes persen.

In het Engels is “facilitate a solution” volkomen normaal. In het Nederlands wordt dat vaak “een oplossing faciliteren” — wat technisch klopt, maar al snel overkomt als een taalrobot die net iets te veel managementboeken heeft gelezen.

Uit eigen ervaring weet ik dat spelling, grammatica en vooral interpunctie regelmatig misgaan. Een verkeerd gebruik van ‘die’ of ‘dat’. Een komma op de verkeerde plek. Of een lijdende zin die net niet lekker loopt. AI snapt taalstructuur, maar voelt hem niet.


Daarom controleer áltijd alles wat je met AI schrijft. AI is geen bron, geen eindredacteur en zeker geen taalgevoelige collega. Feiten kunnen rammelen, komma’s vliegen alle kanten op en regels worden vaker genegeerd dan begrepen. Even controleren dus. Altijd.

Waarom al die AI-teksten op elkaar lijken

Er zijn een paar redenen waarom AI-teksten zo herkenbaar zijn:

  1. Herhaling van bepaalde woorden en patronen
    AI houdt van zinnen die beginnen met “Het is belangrijk om…” of “Daarom is het essentieel dat…”. Die patronen keren terug in bijna elke tekst die je door een model laat maken.
  2. Een overdaad aan ‘mooi klinkende’ woorden
    Denk aan termen als holistisch, toekomstbestendig, in kaart brengen, relevante stakeholders. Ze ogen intelligent, maar worden vaak ingezet als opvulling.
  3. Gebrek aan voorbeelden of echte ervaring
    AI schrijft alsof het er zelf bij was — maar was dat natuurlijk niet. Er mist gevoel, context of persoonlijke kleur.
  4. Verzonnen spreektaal
    AI probeert informeel te klinken, maar komt dan met zinnen als “Aan het eind van de dag draait het om impact maken.” Geen mens die dat zegt op die manier.

Gebruik je die AI-woorden zelf ook? Dat is oké.

Je hoeft niet krampachtig álle AI-woorden te vermijden. Veel ervan zijn gewoon onderdeel van zakelijk of professioneel taalgebruik. Bovendien, in kaart brengen of bijdragen aan zijn prima woorden — als je ze bewust inzet.

Wat AI-teksten herkenbaar maakt, is niet het woord zelf, maar het voorspelbare patroon. De combinatie van steeds dezelfde woorden, zonder persoonlijke inbreng, nuance of variatie.

Zolang jij schrijft met gevoel, afwisseling en een heldere intentie, is jouw tekst al veel menselijker dan wat een model uitspuwt.

Dus nee: je bent geen robot omdat je af en toe ‘impact maken’ zegt 😉

Wat is een prompt? Hoe schrijf je een goede prompt? Veelgestelde vragen - Prompt fouten

Veelgestelde vragen

Wat maakt een AI-tekst zo herkenbaar?

AI-teksten zijn vaak overdreven netjes en gestructureerd. Ze bevatten veel herhaalde signaalwoorden, klinken generiek en missen vaak persoonlijke inbreng, echte voorbeelden of emotie.

Zijn AI-woorden dan fout?

Nee. Veel zogenaamde “AI-woorden” zijn gewoon neutrale zakelijke termen. Ze worden pas storend als je er te veel van tegelijk gebruikt, zonder afwisseling of nuance.

Hoe weet ik of ik te veel AI-taal gebruik?

Lees je tekst hardop. Klinkt het als een standaard LinkedIn-post die je al honderd keer zag? Dan is het tijd om wat menselijkheid toe te voegen. Twijfel? Laat iemand anders meelezen.

Zijn er ook AI-detectietools en welke zijn betrouwbaar?

Er zijn verschillende tools die helpen inschatten of een tekst (deels) door AI is geschreven. Geen enkele tool is 100% sluitend, maar deze drie worden veel gebruikt en presteren goed:

1. Originality.ai

Zeer geschikt voor professionals, redacties en contentteams. Detecteert GPT-3.5 en GPT-4 met hoge nauwkeurigheid en controleert ook op plagiaat. (Let op: dit is een betaalde tool.)

✅ Werkt goed met Nederlands.

2. GPTZero

Gratis te gebruiken, ontwikkeld voor het onderwijs. Laat per zin zien of iets door AI geschreven lijkt. Handig voor korte of middelgrote teksten.

🟡 Matig tot redelijk met Nederlands.

3. Sapling AI Detector

Supersnel en gebruiksvriendelijk. Geeft een duidelijke score in procenten. Werkt vooral goed voor korte teksten of webcontent.

🟡 Basisfunctionaliteit werkt met Nederlands, maar accuratesse is lager.

🧂 Belangrijk: AI-detectie werkt op basis van waarschijnlijkheid, niet op harde bewijzen. Vooral herschreven of hybride teksten (mens + AI) kunnen lastig te herkennen zijn. Gebruik deze tools dus als hulpmiddel, niet als absolute graadmeter.

AI-woorden herkennen. Wat zijn voorbeelden van vaak gebruikte AI-woorden?

Hieronder een lijst met woorden en zinnen die AI opvallend vaak gebruikt. Niet verboden, wel een signaal om even extra goed naar te kijken in je eigen teksten:

  1. bovendien
  2. daarnaast
  3. essentieel
  4. cruciaal
  5. faciliteren
  6. toekomstbestendig
  7. waarde toevoegen
  8. inzichten bieden
  9. impact maken
  10. bijdragen aan
  11. in kaart brengen
  12. holistische benadering
  13. data-gedreven
  14. relevante stakeholders
  15. uitdagingen aangaan
  16. kansen benutten
  17. continue verbetering
  18. schaalbaarheid
  19. randvoorwaarden
  20. best practices
  21. synergie
  22. klantgericht
  23. resultaatgericht
  24. strategisch kader
  25. toekomstvisie
  26. dynamisch landschap
  27. het speelveld verandert
  28. het verschil maken
  29. next-level
  30. ontzorgen
  31. waardecreatie
  32. geoptimaliseerd
  33. duiken in / verdiepen in
  34. navigeren door het landschap
  35. analyseren
  36. verkennen
  37. naadloos
  38. vergemakkelijken
  39. benutten
  40. inzetten
  41. scharnierend
  42. op maat gemaakt
  43. testament aan (Engelse calque)
  44. realm (soms letterlijk vertaald)
  45. ongetwijfeld
  46. vooral belangrijk om te overwegen
  47. laten we erin duiken
  48. aan het eind van de dag
  49. zonder twijfel
  50. het loont de moeite om te onthouden dat…

Weg met wollige teksten: zo schrijf je helder, menselijk en to-the-point

wollige teksten vermijden - Wolligheid in teksten hoe voorkom je dat

We kennen ze allemaal: wollige teksten die eindeloos dóórgaan, zonder ooit echt iets te zeggen. Zinnen vol ‘met betrekking tot’, ‘in het kader van’, en ‘het realiseren van optimalisatieprocessen’. Je leest, je zucht, je haakt af.

Wollige tekst: het was zeker de fout die ik als junior keer op keer maakte. Die mijn baas en redacteur toendertijd waarschijnlijk ook tot wanhoop dreven. Keer op keer trapte ik in de valkuil der wolligheid. Ik leerde het herkennen en wollig tekstgebruik te vermijden.

En toch… betrap ik mezelf er nog weleens op. Zeker als ik snel iets opschrijf, netjes probeer te zijn of in ‘ik moet professioneel klinken’-modus schiet.

Wolligheid is verraderlijk. Het klinkt netjes, maar zegt vaak niks. En het ergste is: je herkent het niet altijd. Vooral niet als je zelf de schrijver bent.

wollige teksten

Hoe herken je een wollige tekst (en voorkom je wollige teksten)

Wolligheid sluipt erin. Bij starters, maar net zo goed bij ervaren schrijvers. Dit zijn de meest voorkomende valkuilen:

🌀 Je wilt professioneel overkomen.
En dus kies je ‘inzetten op verbinding’ in plaats van ‘praten met je collega’s’. Klinkt gewichtig, maar wat bedoel je eigenlijk?

🧠 Je zit nog te veel in je hoofd.
Je denkt al schrijvend na. Je formuleert voorzichtig. En voordat je het weet staat er een halve alinea zonder duidelijke boodschap.

🎓 Je verwart belangrijk klinken met duidelijk zijn.
Zeker in zakelijke context. Je denkt dat ingewikkeld indruk maakt. (Spoiler: dat doet het niet.)

🚫 Je hebt geen tijd (of zin) om te schrappen.
Dus laat je die overbodige bijzinnen gewoon staan. Terwijl juist het weglaten van ruis je tekst krachtig maakt.

👀 Je zit te dicht op je eigen woorden.
Je leest wat je bedoelt, niet wat er staat. En dan valt het niet op dat je lezer ondertussen al drie keer is afgehaakt.

Eenvoudig: als je iets drie keer leest en nog steeds denkt ‘huh?’, dan zit je midden in een wolk van taal. Maar ook dit zijn signalen:

  • Zinnen met vier bijzinnen en nul punt
  • Vage woorden als ‘optimaliseren’, ‘realiseren’, ‘inzetten op’
  • Abstracte containerbegrippen zoals ‘kwaliteit’, ‘innovatie’, ‘traject’
  • Veel woorden, weinig inhoud
  • Teksten waar je na afloop denkt: wat stond er nou eigenlijk?

Zo maak je het helder, zonder je boodschap te verliezen

🗣 Schrijf zoals je praat.
En nee, dat betekent niet dat je alles maar ‘lekker luchtig’ maakt. Het betekent: wees jezelf. Duidelijk, menselijk, oprecht.

🎯 Zeg wat je bedoelt.
Vraag jezelf bij elke zin af: wat wil ik hiermee zeggen? Schrap de rest.

🧹 Ga met de bezem door je tekst.
‘In staat zijn om te’ wordt gewoon ‘kunnen’.
‘Met betrekking tot’ wordt ‘over’.
‘Zorgt ervoor dat’ wordt ‘zorgt dat’.

🔍 Lees je tekst hardop voor.
Als je struikelt over je eigen zin: herschrijven. Als het klinkt als een e-mail van een semi-formele ambtenaar in 1998: herschrijven.

📌 Gebruik voorbeelden.
Niet: “Wij richten ons op klantgerichtheid.”
Wel: “Bij ons krijg je binnen één minuut iemand aan de lijn die je écht helpt.” Bam. Begrijpelijk én geloofwaardig.

Koken zonder recept (of: hoe je tekst een prutje wordt)

Schrijven is soms net koken. Als je alles in één pan gooit zonder op smaak te letten, krijg je prut. Veel ingrediënten, maar geen gerecht. Wollige teksten zijn net zo: alle termen staan erin, maar de lezer heeft geen idee wat-ie proeft.

Goede teksten hebben net als goede recepten een paar kernsmaken. Je weet wat je wilt overbrengen en gebruikt de juiste ingrediënten in de juiste hoeveelheid. Niet meer, niet minder.

Soms heb je alleen maar een beetje citroen nodig. Soms moet het vuur wat lager. En soms gooi je die hele eerste alinea gewoon weg omdat hij nergens naar smaakt.

Schrijven is schrappen (en herlezen, en herschrijven)

Tekst is zelden in één keer goed. Echt niet. De eerste versie is vaak gewoon een klad. Wat werkt: leg je tekst een dag weg, zet ’m in een ander lettertype, en lees ’m dan hardop terug.

En let op je ademhaling. Moet je drie keer happen naar lucht tijdens het voorlezen van één zin? Dan is je zin te lang. Klinkt kinderachtig, maar het werkt echt.

De langste zin die ik ooit in een klanttekst tegenkwam? 72 woorden. En ja, ik heb nog gezocht of ik ’m ergens had opgeslagen — helaas. Maar geloof me: het was een soort talige tuinslang waar je als lezer in verstrikt raakte. Geen begin, geen einde, alleen maar ‘en’, ‘zodat’, ‘teneinde’ en ‘omtrent’.

Schrijven is schrappen. Niet als straf, maar als liefde voor je lezer. Je haalt niet weg wat overbodig is — je laat over wat écht telt.

wollige teksten vermijden - schrijven is schrappen

Tot slot: minder mist, meer smaak

Wolligheid is geen stijl. Het is een waas. Een laag mist tussen jou en je lezer. Dus schrap. Versimpel. Verhelder. Je tekst hoeft niet mooi te zijn. Hij moet duidelijk zijn. Pas daarna mag-ie glanzen.

En onthoud: een goede tekst is als een goed gerecht. Je proeft wat erin zit, je herkent de intentie, en je hebt zin in meer.

🧰 Handige lijst: woorden die je tekst wollig maken (en wat je beter schrijft)

Wollig taalgebruik begint vaak met vage of formeel klinkende woorden. Hieronder vind je een lijst met veelvoorkomende termen en wat je beter kunt gebruiken:

Wollig woord of uitdrukkingConcreet alternatief
In het kader vanOver, vanwege
Met betrekking totOver
TeneindeOm te
MiddelsVia
RealiserenMaken, doen
FaciliterenHelpen, mogelijk maken
ImplementerenInvoeren, gebruiken
OptimaliserenVerbeteren
BewerkstelligenZorgen voor
In staat zijn omKunnen
Zich richten opWerken aan, zich bezighouden met
Ten aanzien vanOver, met
DerhalveDaarom
AldusZo, volgens

Tip: Gebruik deze lijst als ‘wollige woorden bingo’ bij het redigeren van je eigen teksten of die van een collega. Je zult verbaasd zijn hoeveel mist je kunt opruimen.

Wil je samen door je tekst roeren tot hij weer scherp, pittig of juist fluweelzacht is? Je weet me te vinden.

Wat is een prompt? Hoe schrijf je een goede prompt? Veelgestelde vragen - Prompt fouten

Veelgestelde vragen

Wat zijn wollige teksten?
Wollige teksten bevatten vage, omslachtige of onduidelijke taal. Ze missen scherpte, concrete voorbeelden en duidelijkheid, waardoor de boodschap verloren gaat.

Hoe herken ik een wollige tekst?
Aan lange zinnen, abstracte termen en onnodige vaktaal. Als je zelf struikelt bij het voorlezen, is dat meestal een teken van wolligheid.

Wat is dan wél duidelijke taal?
Volgens de Rijksoverheid is dat taal die mensen in één keer begrijpen — zonder onnodige vaktermen, moeilijke zinnen of vage formuleringen. Daar kun je je tekst direct op toetsen.

Waarom moet je wollige teksten vermijden?
Omdat ze lezers afremmen, verwarren of laten afhaken. Heldere taal zorgt voor begrip, vertrouwen en actie.

Hoe voorkom ik wollig taalgebruik in mijn teksten?
Schrijf zoals je praat, gebruik concrete voorbeelden, lees je tekst hardop en schrap overbodige woorden. En laat je tekst een dag liggen voordat je hem herleest.

Is wolligheid hetzelfde als formeel taalgebruik?
Niet per se. Formeel kan ook duidelijk zijn. Wollig taalgebruik is vooral vaag, omslachtig en niet to-the-point — ook binnen een formele stijl.